Thursday, December 16, 2010

De impact van de Bolsa Familia

Conditionele Cash Tranfers in Brazilië: een kritische reflectie
Essay naar aanleiding van het vak Ontwikkelingseconomie (Prof. D’Haese)

Waarschuwing: Gezien dit Essay bedoeld is als oefening aan de faculteit FEB, is er stevige 'zelfcensuur' aan te pas gekomen. Daarbij wordt ik gedwongen om mij kunstmatig objectief en 'wetenschappelijk' op te stellen in mijn taalgebruik en aangehaalde kritieken.

De Bolsa Familia is een conditioneel cashtransfer-programma. Ingevoerd door de regering Lula kon het wereldwijd op heel wat steun rekenen. Verschillende landen gingen over tot het kopiëren van het model en ook in Brazilië zelf zorgde het voor een duw in de rug van de populariteit van Lula da Silva. Maar is het programma wel zo ideaal als het wordt voorgesteld? Wat is de reële impact van het programma en welke kritieken worden erop geformuleerd? Een kritische analyse.

Wat is de Bolsa Familia

Het Bolsa Familia Programma (hieronder afgekort tot BFP) is een voorbeeld van een conditionele cash-transfer, een aan bepaalde voorwaarden gekoppelde uitgekeerde som door de overheid. De Braziliaanse federale overheid keert deze som uit aan families met een hoog armoederisico. Huisvrouwen komen in aanmerking voor de som van 15 tot 95 reais per maand wanneer het inkomen per capita in het gezin lager ligt dan 120 reais (bijlage 1). Naast een speciale registratie bij de lokale administratie dienen de families er echter ook aan extra voorwaarden te voldoen. Zo dienen ouders ervoor te zorgen dat hun kinderen naar school gaan, en dat ze de overheidsvaccinatieprogramma’s doorlopen.

Door het invoeren van zo’n conditionele cashtransfer (hieronder afgekort tot CCT) tracht de overheid zowel de extreme armoede in het land te verminderen, alsook de intergenerationele cyclus, waarbij armoede wordt doorgegeven van ouder op kind, te doorbreken. (Kerstenetzky C., 2009) Ze doet aan armoedebestrijding op 2 wijzen, via de transfer en via de condities van de transfer. Men tracht enerzijds de extreme armoede te bestrijden door de cashtransfer; hierdoor zijn families in staat op een betere wijze aan hun basisbehoeften – vooral een betere voeding, waar 87% van de middelen naartoe gaan (Kerstenetzky C., 2009) - te voldoen. Bovendien wordt ook de economische groei op deze wijze gestimuleerd via consumptie. Lokale handelaars profiteren van de verhoging van de basisconsumptie van de armste lagen van de bevolking (Economist, 2008). Via de voorwaarden die men koppelt aan de transfer tracht men eveneens het menselijk kapitaal te ondersteunen via de verbetering van de toegang tot onderwijs en investering in de gezondheidszorg.

Een zijdelings positief effect is dat door de verplichte registratie op deze wijze ook een gegevensbasis ontstaat waarin gegevens gevonden kunnen worden van de armste lagen van de bevolking (Wereldbank, 2010). Op deze wijze kunnen toekomstige programma’s beter afgestemd worden op deze lagen.

Voorlopers van de Bolsa Familia

“Happy Families, An anti-poverty scheme invented in Latin America is winning converts worldwide”; luidt de titel van een artikel uit the Economist uit 2008. Het Conditional Cash Tranfer-programma is echter in tegenstelling tot wat vandaag algemeen aanvaard wordt geen uitvinding van de regering Lula. Voor het door de federale regering van Brazilië werd ingevoerd in 2004, werden gelijkaardige systemen reeds toegepast in verschillende deelstaten en waren er reeds cash transfers op nationaal vlak onder de vorige president, Fernando Henrique Cardoso. (Kerstenetzky C., 2009) Voor 2003 waren er 4 verschillende CCT-programma’s in Brazilië die niet op elkaar afgestemd waren, waarbij sommige families van alle transfers genoten en sommigen van geen enkele. (Soares S., 2009) Eigenlijk horen de CCT’s al meer dan 15 jaar tot de voorgestelde armoedebestrijdingsprogramma’s van de Wereldbank. (Arcady, 2008)

Conditional Cash Transfers

Conditional Cash transfers, waarbij de doelpopulatie vanwege de centrale overheid onder voorwaarden een som krijgt, vormen een relatief nieuwe wijze van sociale dienst. Het is deel van een nieuw, meer marktgericht sociaal beleid gericht op interventies aan de vraagzijde in de economie. Het vormt een beleidsantwoord op kritieken op de meer traditionele sociale programma’s, zoals slechte doelgroep-targetting, hoge administratieve kosten, slechte integratie van projecten, beschuldigingen van paternalisme en korte-termijn beleid. (Rawlings L. B., 2005)

In deze nieuwe marktgerichte benaderingswijze worden traditionele bijstand programma’s eerder gezien als een sociale buffer in crisistijden, waarbij op korte termijn marktfalen wordt opgevangen. (Rawlings L. B., 2005) Traditionele bijstand of sociale zekerheid wordt dus gezien als automatische stabilisator, maar niet als oplossing voor armoedebestrijding op lange termijn. CCT’s daarentegen proberen zowel de korte termijn als lange termijn armoede aan te pakken. De lange termijn wordt vooral aangepakt door de families te laten investeren in menselijk kapitaal, door de voorwaarden van de transfer; verplicht onderwijs, gezondheidsprogramma’s enz. (Rawlings L. B., 2005)

Ze kunnen geïnterpreteerd worden als een antwoord op het falen van traditionele vraagzijde-interventies, zoals de voorziening van scholen en ziekenhuizen, die onderbenut worden door de armen. Er is in dit geval sprake van marktfalen door hoge opportuniteitskosten, moeilijke toegang en tekort aan incentives voor investering in menselijk kapitaal. (Rawlings L. B., 2005)

Het is echter duidelijk dat vooral een combinatie van beide nodig is wil men Cash-transfers laten werken. Zonder de sociale infrastructuur, voorzien door de overheid, is het immers ook onmogelijk om de incentives van een CCT te benutten.


Implementering in Brazilië

Het BFP werd ingevoerd door de federale overheid. Niettemin is er wat de uitvoering van het programma betreft een complexe relatie tussen de verschillende bestuursniveaus. De federale overheid is verantwoordelijk voor de financiering en uitkering van de transfers. Op deze wijze tracht men politieke beïnvloeding en fraude bij de uitkering van de bedragen te beperken. Scholen en gezondheidsprojecten worden op deelstaat en op lokaal vlak georganiseerd. De registratie van armen wordt gedaan op lokaal vlak, door gemeentelijke ambtenaren. (Soares S., 2009)

Impact

Het belangrijkste verschil met vorige gelijkaardige initiatieven is de schaal van het Bolsa Familia-programma. 11 miljoen families genieten vandaag van deze uitkering, zowat een kwart van de bevolking. (Economist, 2008)

Het armoedebestrijdingsbeleid van de Braziliaanse regering lijkt zijn vruchten af te werpen;
Tijdens de periode waarin de Bolsa Familia werd doorgevoerd daalde zowel de armoede als de ongelijkheid in Brazilië, sinds lang een van de meest ongelijke landen van de wereld. Het percentage van de bevolking dat onder de armoedegrens leeft daalde tussen 2003 en 2008 van 39 procent tot 25 procent, terwijl de Gini-coëfficiënt op die 7 jaar met 8,4 procent daalde, van 0,59 tot 0,54. (Wereldbank, 2010)

Er is dan ook heel wat animo om het programma in andere landen te gaan kopiëren. Sinds het Braziliaanse succes van Conditionele Cashtransfers is het aantal landen en regio’s dat met gelijkaardige systemen experimenteert, snel gestegen. Volgens the Economist werd het systeem geïntroduceerd in verschillende Latijns-Amerikaanse landen, Egypte en New-York. (Economist, 2008)

Nuancering

Niettemin mag de impact van de Bolsa Familia niet overdreven worden. Het budget voor het BFP ligt slechts op 0,4 procent van het BNP, of zo’n 3 procent van het totale budget voor sociale uitgaven in 2003. Dit cijfer steeg tot 7 procent in 2008. (Wereldbank, 2010)


De Wereldbank stelt dat slechts 1/5 van de daling van de armoede aan de Bolsa Familia te wijten is. De daling van de Gini-coëfficiënt zou voor 15% veroorzaakt zijn door het BFP, terwijl het tot de daling van de extreme armoedekloof met 35% zou bijgedragen hebben. (WB 2010) Het overgrote deel zou een gevolg zijn van de explosieve toename van de economische groei en andere sociale maatregelen en programma’s. Een belangrijke impact had onder andere de invoering van minimumlonen uitgedrukt in reële termen – een politiek die reeds gestart was onder FHC.

Ook is het effect op gezondheid weinig duidelijk, er lijkt geen vooruitgang te zijn op vlak van vaccinaties, en is er wat voeding voor de kinderen betreft, slechts vooruitgang bij de jongere leeftijdscategorieën. Bovendien is er een duidelijk probleem wat de focus van het programma betreft; 56% van de doelgroep – de armste lagen van de bevolking – waarvoor het BFP bedoeld is, worden uitgesloten. (Kerstenetzky C., 2009) Niettemin eindigt 70 % van de middelen, volgens de Wereldbank, bij de 20 procent armste gezinnen. (Economist, 2008)

Wanneer de input aan middelen echter wordt vergeleken met de output op vlak van vermindering van de ongelijkheid, is de impact van het BFP op ongelijkheid in vergelijking met andere maatregelen vrij groot. Dat komt vooral omdat het BFP gericht is op de lagen die leiden onder extreme armoede. (Kerstenetzky C., 2009)

Kritiek

Naast de nuancering over de effectieve impact zijn er een aantal theoretische bezwaren en moeilijkheden met het BFP en CCT’s in het algemeen. Die bezwaren kan je opdelen in 2 groepen uit 2 scholen uit de Politieke Economie, één langs rechts en één langs links. De eerste kritieken komen vanuit de hoek van de Public Choice Theorie. Zij stellen vooral bezwaren bij de overheidsinmenging via de CCT’s. De tweede groep kritieken komt uit de socialistische school. Die stelt zich kritisch op tegen de marktoriëntatie van CCT’s en het tekort aan structurele veranderingen in de armoedebestrijding.
Volgens The Economist zijn er 3 belangrijke zorgen bij het BFP, alle drie zijn ze geïnspireerd door een Public Choice benadering. Een eerste zorg is de mogelijke fraude bij registratie in de gemeentelijke administratieve diensten. Zo blijkt uit rapporten dat 15 procent van de gemeenten de zeer onwaarschijnlijke situatie rapporteren dat 100% van de leerlingen 100% van de schooltijd aanwezig zijn op school. (Economist, 2008)
Ook de tweede belangrijkste zorg kan men kaderen in een public-choice benadering, namelijk dat het BFP wordt gedegradeerd tot een soort “Vote-buying”. Niet alleen zou het programma volgens sommigen voornamelijk bedoeld zijn om op die wijze de populariteit van de regering op te krikken, ook lokale politici gebruiken het registratiesysteem van het BFP om hun macht en invloed uit te breiden. (Economist, 2008) Toch bestaat tot op vandaag geen empirisch bewijs voor de stelling dat de regering het BFP gebruikt voor cliëntelistische doeleinden. (Kerstenetzky C., 2009)

De derde belangrijke zorg volgens the Economist, is het gevaar dat het BFP tot een permanent mechanisme verwordt, waarbij het programma geen tijdelijke boost van sociale kansen zou betekenen, maar eerder een sociaal vangnet. (2008) In plaats van het sociaal kapitaal te verhogen, zou dit de armen afhankelijk maken van de staat om te overleven. Vraag is ook of dit systeem op termijn electoraal houdbaar blijft, met andere woorden of kiezers, die via belasting bijdragen aan de transfers, genoeg solidariteit zullen blijven tonen om de electorale basis voor het programma in stand te houden. (Kerstenetzky C., 2009)

Ook vanuit socialistische hoek is er kritiek op de Bolsa Familia. Arcady (2008) haalt Ernest Mandel, oud professor economie aan de VUB, aan zijn kritiek te staven. Hij stelt dat, wanneer het basisgoederen betreft, de markt laten werken minder efficiënt is dan directe verdeling. Voor hogere consumptie brengt diversificatie van de consumptie een hoger nut met zich mee, waarbij marktwerking voor een betere allocatie kan zorgen. Voor basisgoederen is dat niet het geval, omdat er immers – zeker onder de arme lagen – weinig diversiteit is in de consumptie van basisgoederen. (Mandel E., 1988) Het feit dat 87% van de cashtransfers gebruikt wordt voor voedselaankopen is daarvoor een voorbeeld. De gezamenlijke aankoop van basisgoederen door de overheid in plaats van de markt te laten werken zou bijgevolg efficiënter zijn. Enerzijds wordt op die wijze gebruik gemaakt van schaalvoordelen, anderzijds heeft de overheid, als vertegenwoordiger van de gezamenlijke vraag meer marktmacht, zodat de kosten verlaagd kunnen worden. (Arcady, 2008)

Een andere kritiek is dat er op korte termijn helemaal niets structureel gedaan wordt aan de situatie van de armen. 81 % van de ingeschrevenen in het BFP staan immers ingeschreven als werkenden met precaire contracten of zonder contract en werken aan zeer lage lonen; 22% werkt in de familiale landbouw, 15% als (schijn)zelfstandigen. De CCT verandert helemaal niets aan de oorzaak van hun armoede, namelijk het precaire karakter en de lage kwaliteit van hun jobs. Integendeel, de Bolsa Familia, wordt gebruikt om dit soort minderwaardige jobs in stand te houden door de omstandigheden voor die werkenden via caritatieve bijdragen wat te verbeteren. (Filho A., 2010)

Conclusies

Gezien de kritieken op het Bolsa Familia-Beleid zowel van links als van rechts komen in de politieke economie, kunnen we ervan uitgaan dat Lula met zijn programma een evenwicht zoekt in het politiek economische centrum. Het beleid gelooft niet in de pure vrije markt, maar is gericht op de bijsturing van de markt om de extreme ongelijkheid tegen te gaan.

Binnen het huidige economische kader gezicht lijkt het BFP zeer efficiënt. Het beperkte budget dat vrijgemaakt is voor het BFP slaagt er toch in de ongelijkheid en absolute armoede relatief sterk te laten dalen. Zonder structurele hervormingen aan de economische basis slaagt men erin de GINI-coëfficiënt sneller te laten dalen dan gemiddeld, tegelijkertijd laat men het menselijk kapitaal aangroeien, hoewel dit gecombineerd moet worden met fundamentele hervormingen in de medische en educatieve systemen. Deze successen vertalen zich ook in de opmerkelijke electorale populariteit van president Lula.

De vraag is echter in welke mate het programma houdbaar is, en in welke mate de resultaten niet beïnvloed zijn door de hoge groei van de afgelopen jaren in het land. Niet enkel kan het BFP op de helling komen te staan bij een terugval van de groei en een budgettaire verkrapping; er waren reeds pogingen van de oppositie om de financiële middelen voor het BFP te ondergraven. Bovendien is er geen sprake van structurele hervormingen, waardoor het minder dienst doet als automatische stabilisator in crisistijd. 
Bibliografie:

Arcady, V., Um argumento critico sobre o Bolsa-Familia, rebellion.org, Sao Paulo, 2008
Economist, Happy Families, An anti-poverty scheme invented in Latin America is winning converts worldwide, The Economist, feb 7, 2008
Filho A., SUJEITO E CONSCIÊNCIA: ENTRE A ALIENAÇÃO E A EMANCIPAÇÃO, Doctoraatsthesis PUC, 2010
Paes Sousa, R., Santos, L. M. P., Measuring the impact of Bolsa Familia Program on data from health and nutrition days, working paper, FAO, 2009
Kerstenetzky, C. L., Redistribuição e desenvolvimento? A economia política do programa bolsa família. Dados, vol.52, n.1, pp. 53-83., 2009
Mandel E., The Myth of Market Socialism, New Left Review (169), 1988
Rawlings L.B., Rubio G.M., Evaluating the Impact of Conditional Cash Transfer Programs, World Bank, Oxford University Press, 2005
Soares S., Osorio R., ea, CONDITIONAL CASH TRANSFERS IN BRAZIL, CHILE AND MEXICO: IMPACTS UPON INEQUALITY, Estudios Economicos, numero extraordinary, p. 207-224, 2009
Worldbank, Project appraisal document on a proposed loan for a Bolsa Familia Project, Human Development Sector, Worldbank, 2010

Monday, December 6, 2010

Het gezicht van "de markten" - I

IJsland, Griekenland, Ierland, Portugal, Spanje, België... het rijtje landen dat onder vuur genomen wordt door "de markten" groeit bijna dagelijks. Telkens gaat het om enorme speculatiebewegingen, waarbij wordt gegokt op het failliet van staten. De druk van deze "markten" bepaalt vandaag het sociaal-economisch beleid in de meeste Westerse landen. Zij zijn het die besparingsmaatregelen opleggen tegen de wil en de belangen in van de meerderheid van de bevolking. Democratie werd al een tijdje vervangen door de dictatuur van de markten; de ontwikkelingen sinds het uitbreken van de crisis, maken dat feit voor iedereen zichtbaar. De "markten" worden vaak voorgesteld als een gegeven, een natuurwet die de wereld mee bepaalt. Maar achter die markten staat een geheel van hedgefunds, zakenbanken en financiële concerns. We bespreken er een aantal, en plakken zo een gezicht op die markten. We beginnen met de vermogensbeheerders.

Vermogensbeheerders zijn maatschappijen die eigendommen beheren van andere investeerders. Ze worden aangesteld door kapitalisten om hun vermogen zo winstgevend mogelijk te beleggen. Daartoe wordt er belegd en gehandeld in aandelen, immobiliën en buitenlandse munten. Het grootste deel van de investeringen bestaat echter uit staatobligaties. Via aankoop van goedkope obligaties en verkoop van obligaties die dreigen te dalen in waarde maken deze speculanten niet alleen enorme winsten, ze hebben ook enorme invloed op de schuldgraad van landen. De speculatie op het failliet van landen, via de verkoop van hun obligaties, zet serieuze druk op staten. Zij dreigen geen financiële middelen meer te vinden.

Blackrock

Blackrock is de grootste vermogensbeheerder ter wereld. De vermogensmanager heeft de neiging om heel "discreet" te zijn en weinig informatie te geven over welke bedrijven en eigendommen ze controleert. We kunnen dus enkel afgaan op wat publiek gemaakt wordt. Blackrock beheert 9.500 miljard dollar aan investeringen. Ter vergelijking: het totale "reddingsfonds", voor landen in de Eurozone, bedraagt 750 miljard euro. Dat is dus nog geen tiende van wat deze ene maatschappij ter beschikking heeft. (1)
Het kapitaal van Blackrock zit zowel in aandelen, immobiliën, baar geld als in obligaties. In Belgie controleert Blackrock bijvoorbeeld delen van Umicore, Nystar, Bekaert, Omega Pharma, KBC, Aegeas, Dexia, Solvay, Mobistar... (2) Blackrock is eigendom van Bank of Amerika, PNC financial services en Barclays. Zij controlen samen 80 procent van de aandelen.


1. About us, Blackrock.com, 2010
2. BlackRock is als olifant in de porseleinwinkel, De tijd, 10/11/2010

Saturday, November 27, 2010

Op het scherp van de sikkel




Onder de categorie "op het scherp van de sikkel" wil ik in het vervolg (messcherpe) opiniestukken publiceren. De naam is gestolen van een column van de Avante.

Sense of Urgency

Griekenland en Ierland moesten gered worden. Portugal zou volgen. Indien Spanje gespaard dient te worden van de financiële ondergang, dan is het fonds van de Europese Centrale Bank meteen op. Het is overigens een vraag of het überhaupt mogelijk is om de vierde economie van de Eurozone te redden. Vrijdag viel de beurs in Madrid 7%, terwijl premier Zapatero en de Spaanse Nationale Bank er alles aan doen om de gemoederen te bedaren.

Door Marc Puyol en Jonas Van Vossole

België zou volgens een artikel in de Britse krant The Guardian ook op het slechte pad zitten. Ook haar rente op staatsobligaties blijft stijgen, nog lang niet tot op het niveau van Spanje of Portugal, maar toch. Als er één iets is dat we konden leren in de tijdslijn van de financieeleconomische crisis, dan is het wel hoe vollatiel de omgeving is en hoe snel situaties kunnen veranderen.

Nadat de Wisselkoersoorlog een aantal weken bovenaan in het nieuws kwam, is Ierland nu het nieuwe hot item van de wereldwijde financiële malaise. Dat conflict om de wisselkoersen was overigens een teken van de terugkeer van "Beggar your Neighbour" - het mechanisme uit de jaren '30 waarbij landen hun crisis op de buren trachten af te wenden door competitieve devaluaties. Dit mechanisme leidde uiteindelijk door een mix van crisis, nationalisme en militarisering die uiteindelijk tot de tweede wereldoorlog leidde. China kent een versterkte groei - opnieuw op het niveau van voor de crisis - vanwege de lage Young. De VS probeert dat te counteren door massaal geld bij te drukken, via de zogenaamde QE2, om de dollar op die wijze te devalueren. Duitsland heeft zowaar baat bij een lichte PIGS-crisis omwille van de boost die de lage euro geeft aan haar exportgerichte economie.

TRAGEDIE

De redding van Ierland is niets anders dan een tragedie. De week dat de intresten op staatsleningen nog 10% bedroegen, beweerde de Ierse regering dat het er absoluut niet aan dacht om op de deur van het ECB, laat staan het IMF te kloppen. Vooral die laatste was een doembeeld. Er moest en zou bespaard worden, maar wel op eigen houtje.

Niet dus; de zaak verslechterde snel, als een onvoorspelbare ziekte die om zich heen greep en de Ierse regering dwong om de lichte dwang van met name Duitsland te ondergaan. 'Onvoorspelbaarheid', is dat niet de achternaam van 'speculatie'? Niettemin is de toestand van Ierland, en de kettingreactie die het dreigt te veroorzaken, van die mate, dat er zonder ingreep misschien wel geen Euro meer zou zijn - iets wat zelfs voor de Duitse burgerij een nachtmerrie zou zijn.

ZIEKTE


Maar waar gaat dit nu in feite om? Laatst publiceerde De Morgen dat de totale beleggingsportefeuilles van grote financiële spelers zoals Blackrock en Fidelity, makkelijk de "reddingsfondsen" van de Europese Unie en de Verenigde Staten overtreffen. Zo raakte bekend dat Blackrock, mede-eigenaar van oa Nyrstar en Umicore in België, een vermogen van meer dan 3450 miljard dollar beheert. Ter vergelijking; de QE2-operatie van de Amerikaanse Centrale Bank, die China op stang jaagde, bedroeg 600 miljard dollar. Het totale bedrag van het Europese reddingsmechanisme (waar oa Ierland, Portugal en Spanje mee zouden moeten 'gered' worden) bedraagt 440 miljard Euro.
Zij voeren met andere woorden de wet. De wet van het kapitaal, want dat is nu het punt: gigantische winsten worden geïnvesteerd via dit soort financiële spelers die erop los speculeren. Dit soort spelers is uiteraard niet bepaald geïnteresseerd in de creatie van jobs, maar vooral in kort termijn winsten.

Speculatie is op termijn niks anders dan een straatje zonder eind: onmogelijk te voorspellen na hoeveel keer de reële waarde van een goed te hebben vermenigvuldigd de boel in elkaar zakt, maar gebeuren zal het. Liberalen stellen dat waarde niet bestaat; Er is enkel vraag en aanbod. Speculanten spelen daar handig op in, door zowel vraag àls aanbod te bepalen. Herinnert u zich nog Enron? Dat was eigenlijk een voorsmaakje voor de veel grotere financiële rampen die sinds 2008 plaats vonden.

Dàt is dus de ziekte waarover in de media wordt bericht, maar waarbij de échte spelers, diegenen die het voor het zeggen hebben, anoniem blijven. Een soortement geheim vennootschap, zonder het te zijn; de meeste media besteedt er gewoon geen aandacht aan en insinueert daarmee ook meteen dat er een speciale wet aan de gang zou zijn die ver boven onze hoofden uittorent en waar geen greep op te krijgen valt; de wet van de "markten".

DICTATUUR

Het financiële wezen reguleren, daar is zelfs na de crisis, zelfs tijdens de nog steeds voortdurende en uitdiepende ramp die zich voor onze ogen afspeelt, geen sprake van. De politieke wil is er niet, het gros van de bevolking wordt niet geïnformeerd over het feit dat deze situatie niet uit de lucht is komen vallen als een soort Zwaard van Jeanne D'Arc, en ga zo maar door. Neen, dit is gewoon het alledaagse dat even een dipje beleeft, zo wordt gesuggereerd. Toch is de interventie van financiële spelers in het politieke wezen, de democratie zelfs, belangrijker dan ooit.

Meer nog dan compleet immoreel, is dit vooral irrationeel. De les dat kortetermijndenken niet geschikt is voor welvaartscreatie werd door de financiële elite niet enkel verworpen, maar zelfs omgedraaid. "Hey, laten we eens kijken hoe ver we deze keer kunnen gaan", klinkt het haast. Vandaag beleggen "investeerders" in overheidsobligaties van Ierland en Portugal, die meer dan 7 procent intrest opleveren, met geld dat ze van de ECB kregen aan 1 procent. Het strafste van al is dat de andere Europese landen zich ook nog eens garant stellen voor die winsten, via het europese "reddingsmechanisme".

Maar geef ze eens ongelijk. Er is de mogelijkheid om staten, de Merkels van deze wereld en Centrale Banken een bepaald beleid op te leggen. Een beleid dat erin bestaat om speculatie in de toekomst ook nog mogelijk te maken, door de bevolkingen als citroenen uit te persen. Mogelijk? Nouja, op termijnen van drie jaar dan. Na 2013 staan Griekenland en Ierland er alleen voor. Is er tegen dan niet genoeg bespaard, dan zal de winst voor speculanten tijdelijk nog omhoog gaan, vooraleer alles ontploft.

ACTIE!


En eigenlijk is het al ontploft. In het gezicht van het grootkapitaal en de politieke elites. Als een boemerang teruggekeerd. Alleen is er nu een uitstel van executie, een verschuiving van de crisis voor later. Net zoals landen via hun wisselkoersen elkaar de loef trachten af te steken, en landen een race to the bottom inzetten om de lonen zo laag mogelijk te houden. Allemaal een doodlopende straat.

De enige oplossing binnen dit systeem is creatieve destructie; destructie tot in het extreme. Het werd al vaak gezegd, en het is ook al veel gebeurd. Wat zeggen we? Het gebéurt. De defensie-industrie in de V.S. wordt stilaan opnieuw de motor van de Amerikaanse economie, dus is een partijtje provocatie in de Gele Zee mooi meegenomen. De kapitalistische klasse zal haar winstmachine met alle instrumenten verdedigen, ook als dat oorlog impliceert.

Dus wat doen we eraan? Iers Europarlementslid Joe Higgins gaf al aan zo duidelijk mogelijk te willen zijn waar deze situatie vandaan komt, wie verantwoordelijk is en vooral wie het potentieel heeft om iets te veranderen. De werkende mensen, het merendeel van de bevolking bezit dat potentieel. Maar daarvoor dient ze zich te organiseren, en snel: vakbonden moeten informatiecampagnes starten; het onderhandelingsmodel moet opgegeven worden, en actie op straat zal meer de regel dan de uitzondering moeten zijn. Klinkt drastisch, zegt u?

De afkalving van de democratie is nochtans veel drastischer. Er is de facto geen democratie meer, net omdat de financiële markten een éénzijdig beleid bepalen. Een fiasco veroorzaken waar 90% van de bevolking niks mee te maken heeft; dit is godverdomme totalitarisme. Te meer omdat niemand enig benul heeft van wat gaande is, terwijl het voor iedereens ogen plaats vindt.

Een verregaande en noodzakelijke radicalisering valt niet te forceren, maar laten we beginnen bij het begin: politiseer de acties, informeer de mensen en discussieer ermee. Het is tijd om ludieke acties en laagdrempelige toestanden naar de prullenmand te verwijzen; zelfs al is het bewustzijn in België nu laag, de financiële tsunami zal (on)aangekondigd voor onze deur staan en de politici zullen er niks kunnen of willen aan doen. Het is aan ons om voorbereid te zijn.

Thursday, November 25, 2010

Portugal: Balans na de Algemene Staking

Portugal wordt net als de PIGS geconfronteerd met een sterke speculatie tegen haar staatsobligaties. Hoewel er geen zo'n grote problemen waren met de banksector zoals in Ierland, en er geen immobiliënbubbel ontplofte zoals in Spanje, werd het land toch in het vizier genomen door de "markten". Reden is de aanslepende situatie van economische crisis waar het land zich al jaren in bevind. De speculatie wordt als reden aangevoerd door de regering om een hele rist besparingsplannen door te voeren. Dit jaar alleen ging het om drie opeenvolgende rondes, respectievelijk PEC I, PEC II en PEC III, telkens met zwaadere aanvallen om de werknemers, hun families en de openbare diensten.

Het minimumloon van 500 euro wordt verlaagd, er is sprake van gemakkelijker ontslagrecht, de BTW wordt verhoogd naar 23 procent, de ambtenarenlonen worden verlaagd, de kinderbijslag wordt afgeschaft, inschrijvingsgelden aan de unief worden verhoogd, scholen worden gesloten, overheidsbedrijven worden verder geprivatiseerd. De bevolking, reeds geconfronteerd met de laagste lonen van West-Europa wordt in wanhoop gedreven.

We wezen er in ons materiaal reeds op dat de situatie in de lente reeds op dat de situatie overrijp aan het worden was om de aanwezige strijdbewegingen te verenigen in een algemene staking. Onder druk van de aangroeiende woede werd uiteindelijk na de europese actiedag van 29 september beslist tot de Algemene Staking door de CGTP, de grootste vakbond. Ook de sociaal-democratische UGT sloot zich nadien aan bij die oproep. Als datum werd er voor 24 november gekozen.

De minderheidsregering van de PS is immers allesbehalve stabiel. Voor goedkeuring van wetten en de begroting valt men terug op de conservatieve PSD. Daarbij komt dat Socrates en de PS het allesbehalve goed doen in de peilingen, Socrates (21,7 %) krijgt vandaag als premier zelfs een pak minder steun als de boegbeelden van het Links Blok en de PCP, respectievelijk Francisco Louça (32%) en Jeronimo de Sousa (28%). De PSD wil, als factor van "stabiliteit", echter liefst geen vervroegde verkiezingen, het zou de financiële, economische en sociale situatie voor de burgerlijk immers nog versterken.

De vakbonden wilden in deze onstabiele situatie de zwartepiet voor de val van de regering, en de daaropvolgende chaos echter niet doorgeschoven krijgen. Daarom werd voor een datum gekozen na de voorziene stemming van de begroting in het parlement. Op die wijze verspilde de arbeidersbeweging echter een cruciaal moment waarop de politieke kapitalistische klasse had gedestabiliseerd kunnen worden. Het leidt bovendien tot de schizofrene situatie dat de vakbonden nu actie willen voeren totdat de besparingen ingetrokken worden of de regering verdwijnt, maar dat men de datum voor de staking precies zo koos om een val van de regering zoveel mogelijk te vermijden.

Achter deze schizofrene houding van de vakbondstop, een deel van de top van de Communistische Partij en in mindere mate van het Links Blok schuilt het idee van een "nationale verantwoordelijkheid". De schizofrenie wordt helemaal compleet wanneer de UGT verklaart dat de staking "niet gericht is tegen de regering" - waartegen is een politieke staking dan wel gericht? - en tegelijkertijd op elk piket één slogan over alle tongen gaan: "De strijd gaat voort, Socrates op straat!". Die reformistische houding gaat samen met een strategie en discours die in eerste plaatse het land moeten "dienen". Wanneer de CGTP en de PCP meegaan in deze logica herhalen ze exact dezelfde fout als de sociaal democraten (de BWP bij ons), bij de stemming van de oorlogkredieten voor de eerste wereldoorlog. Deze houding betekende het failliet van de tweede internationale, en was daarmee zelfs een van de ontstaansredenen van de communistische internationale waar de PCP toe behoort.

Deze "nationale logica" gaat bovendien volledig voorbij aan een duidelijke klassenanalyse en een helder perspectief op de oorzaken en vervolg van de crisis. Zowel de regering als die "nationalistische"* linkerzijde concentreren zich op de "markten". Zo legde het Links Blok de verantwoordelijkheid van de Portugese problemen bij het exclusieve Amerikaanse karakter van de financiele rating agencies. In plaats van de oorzaak van de huidige sociaal-economische catasrofe bij wereldwijde overproductiecrisis van het kapitalisme te leggen, wordt vooral gekeken naar de gevolgen ervan - zijnde de verhoogde interesten op Portugese staatsobligaties, de hoge staatschuld en begrotingstekort en de druk van de markten om te bezuinigen. De regering gebruikt de "wil van de markten" om de bezuinigingen op te leggen, maar ook een deel van de linkerzijde gaat mee in dit verhaal. De buitenlandse speculatie wordt in beide gevallen aanzien als de oorzaak van de situatie van Portugal. Het gevaar voor de arbeidersbeweging bestaat erin dat dit vertaald wordt in een nationalistische campagne waarbij 'buitenlandse speculatie' wordt aanzien als oorzaak en een nationalistische politiek gezien wordt als oplossing. Een voorbeeld daarvan is de verkiezingsslogan van Francisco Lopes voor de PCP: "Een Linkse, Patriotische Kandidatuur". Dit leidt uiteindelijk tot de vermelde schyzofrene houding binnen de klassenstrijd en een verzwakking van de klassenstrijd.

De buitenlandse speculatie bestaat en hedgefunds gokken op de ombetaalbaarheid van de staatsschuld. Maar daarbij wordt meestal uit het oog verloren dat die staatsschulden grotendeels ontstaan zijn als een gevolg van de inherente overproductie van het kapitalistische systeem. Ze zijn er zowel gekomen door overheidsuitgaven om de consumptie te stimuleren de overproductie op te kopen (deficit spending) als de overname via de bail-outs van private schulden. Ook deze schulden zijn de afgelopen decennia enorm gestimuleerd om overproductie kwijt te raken. Het probleem is dus niet een een schuldenprobleem, maar een probleem van het kapitalistische systeem zelf. Binnen het kapitalisme zijn geen oplossingen hiervoor mogelijk, tenzij met desastreuze gevolgen voor de werkende bevolking en van zij die van hen voor hun levensonderhoud afhankelijk zijn.

De mobilisatie zelf verliep op een heel intense wijze. De vakbonden, en dan vooral de CGTP mobiliseerden maximaal voor de algemene staking. Gedurende anderhalve maand werden duizenden personeelsconcentraties georganiseerd om de nood van de staking uit te leggen. Ze werden daarbij natuurlijk geholpen door de algemene onvrede tegen de regering. De Algemene Staking was er een tegen "de politiek van de regering" maar de vakbonden koppelden er concrete eisen aan vast. Op nationaal vlak ging dat vooral rond de intrekking van PEC I, PEC II en PEC III en de enorme job-onzekerheid. Op bedrijfsniveau werden ook lokale conflicten gekoppeld aan de staking. Op de verschillende werkplaatsen werden piketten gebruikt om werkwilligen alsnog te overtuigen, en waren daarin vrij succesvol. Blokkades van werkwilligen waren er echter niet, enkel van externe werknemers die werden ingezet, zoals in het post-depot van Cabo Ruivo.

Vooral de mobilisaties in de openbare sector heel effectief. Dat is op het eerste gezicht contradictorisch vanwege het feit dat net in de publieke sector nog sprake is van een zekere vorm van jobzekerheid. De hele medische sector werkte op minimumdiensten, de minimum-diensten op de spoorwegen werden zelfs grotendeels genegeerd, de metros lagen plat en er reden bijna geen bussen. Meer dan 2500 scholen en universiteiten bleven gedurende de stakingsdag dicht, alsook alle oficiele instellingen. Alle watertransport lag plat, alsook het vliegverkeer. Geen enkele van de 600-tal vluchten ging door.

De enorme onzekerheid over Jobs in de private sector heeft zeker meegespeeld wat de stakingscijfers daar betreft. Als mensen al een contract hebben zijn die daar meestal van bepaalde en korte duur. Daarenboven is er de laatste een enorme opgang geweest van "recibos verdes", een officieel statuut van schijnwelfstandigen. Werknemers in de privé hebben daarmee dus veel schrik om hun job te verliezen indien ze staken, zeker gezien de bedreigingen die algemeen gebruikt werden door de werkgevers. Toch was er in de grote bedrijven, met sterke syndicale delegaties een grote respons. Auto-Europa, de grootste auto-fabriek van het land, met 3400 werknemers, lag bijvoorbeeld volledig stil. Geen enkele van de 500 volkswagens die er normaal dagelijks geproduceerd werden rolde er van de band.

Tijdens de algemene staking werd echter gekozen om geen betoging te organiseren. De vakbondtop haalde de staking in de transportsector aan als reden om geen betoging te organiseren, een mobilisatie naar een betoging zou daardoor onmogelijk geweest zijn. Nochthans kon dit wel in anderen landen waar er de laatste maanden gestaakt werd, zoals in Frankrijk en Griekenland. Ook de arbeiders waren sterk verwonderd. Op de piketten was er vanwege de strakers een algemene vraag naar een betoging 's avonds om gezamelijk hun woede te kunnen uiten op straat. Een betoging had de impact van het protest kunnen versterken, en een massale opkomst was gegarandeerd. Het uitblijven van een betoging creëerde een duidelijk vacuum. Dat kwam onder andere tot uiting bij een betoging van anarchistische groeperingen in het centrum van Lissabon. Een groep, die anders weinig impact heeft, startte met een kleine betoging van een 100 tal man. Maar al snel groeide de betoging aan tijdens het parcours. Meer dan 1500 jongeren en syndicalisten sloten zich bij de onaangevraagde optocht aan bij gebrek aan alternatief.

Dat de burgerij schrik heeft van een open sociale oorlog met de arbeidersklasse blijkt niet enkel uit de onstabiliteit van de regering. Het blijkt ook uit de opgevoerde criminaliseringscampagne tegen de sociale bewegingen. Tijdens de Navo-top van afgelopen weekend was dit al duidelijk. Maar de massale politie-repressie tegen het piket van de post in Cabo Ruivo was het hoogtepunt. Meer dan 50 agenten in rel-uitrusting werden er, samen met een privé veiligheidsfirma ingezet om het 100 ma sterke piket te verdrijven. De syndicalisten waren zich echter bewust van de noodzaak om zich niet zomaar te laten doen, en slaagden er toch nog in genoeg tijd weerstand te bieden om de werking van het verdeelcentrum te verhinderen. We kunnen echter verwachten dat de burgerij in de toekomst nog meer naar dit soort methodes zal teruggrijpen en de vakbonden moeten zich hiertegen bewapenen.

De regering haalt de onvermijdelijkheid van de besparingen aan om haar beleid te legitimeren. Binnen het kapitalistische systeem is dit een steekhoudend argument. De nationale burgerij en haar regering staat met deze crisis met de rug tegen de muur en kan de crisis enkel overleven door de arbeiders voor die crisis te laten betalen. Zuiver syndicalistische eisen, zoals de terugtrekking van de plannen, zonder het systeem te veranderen zijn dus niet-realiseerbaar. Daardoor wordt de noodzaak aan een politiek alternatief voor de arbeidersklasse, een alternatief op de kapitalistische economie met de dag duidelijker.

Het is dan ook in die zin dat onze zusterorganisatie in Portugal, Socialismo Revolucionario, oproept tot een politiek socialistische alternatief voor de arbeidersklasse. Zo'n socialistisch alternatief kan niet rond de twee bestaande linkse formaties in Portugal, het Links Blok en de PCP, ondanks cruciale fouten. Zo ondersteunt het Links Blok een PS-kandidaat bij de volgende presidentsverkiezingen. - wij ondersteunen daarom op kritische wijze de PCP-kandidatuur van Francisco Lopes.

We roepen op om de sectaire onderlinge houding tussen Links Blok en PCP opzij te zetten en samen met de CGTP te werken rond een concreet socialistisch eisenplatform en een regeringsalternatief voor de werkende klasse op basis van democratisch socialisme. Uit de programma's en stemhoudingen in het parlement blijkt duidelijk dat er een programmatorische basis is tot samenwerking. Zo ondersteunden beide partijen na de oproep van de vakbonden actief de algemene staking, met massale propaganda. Samenwerking zal nodig zijn wil de arbeidersklasse echt een vuist maken tegen het hedendaagse offensief van de burgerij.

Wednesday, November 24, 2010

Algemene staking Portugal - Verslag vanaf de piketten

Gisteren, woensdag 24 november, vond in Portugal een algemene staking plaats. De arbeidersklasse verzette zich via deze staking tegen de besparingen van de Portugese regering. Onder druk van de burgerij en financiele speculanten lanceerde de Portugese PS-regering 3 opeenvolgende besparingspakketten, met enorme sociale en economische gevolgen. Volgens de vakbonden waren er 3 miljoen stakers.

Wij gingen met een paar leden van "Socialismo Revolucionario", de zusterorganisatie van LSP in Belgie, gedurende de stakingsdag van de 24e onze solidariteit betuigen aan verschillende stakingsposten, en ondersteunden ze waar nodig.

De Algemene staking werd dinsdagavond ingezet om 8 uur aan de luchthaven in Lissabon. Met ondersteuning van Carvalho da Silva - algemeen secretaris van de communistische vakbond CGTP - en de ondersteuning van de delegatie van de gemeentevakbond van Lissabon STML - werd de staking ingezet door de brandweer. Slechts een werkwillige daagde op. Vluchten werden sindsdien geschrapt - geen enkele lijnvlucht landde tijdens de 24e in Lissabon.

Nadien vergezelden we de delegees van de schoonmaakdiensten naar het belangrijkste depot van vuilnisdiensten. Daar was er na enig overleg met de vakbond slechts 1 werkwillige op de 115; een nooit gezien succes. Hetzelfde kon gezegd worden van het pikket aan het S. José hospitaal. Het ziekenhuis kent een strijdbare traditie. Onder de verplegers waren er geen werkwilligen. Maar uitzonderlijk staakte deze keer een groot deel van de artsen mee. Enkel spoedopperaties werden verzekerd.

Rond middernacht werd de zaak grimmiger. Er werd versterking gevraagd aan een pikket vanwege problemen bij de hoofdverdelingscentrum in Cabo Ruivo. Toen we er aankwamen stond het pikket oog in oog met een private veiligheidsfirma. Bij de werknemers van de post waren er nochthans niet veel stakingsbrekers. Slechts 6 van de 276 postmannen op dit depot gingen aan de slag. De directie had echter alle middelen ingezet om de staking te breken. Ze hadden externe camions en chauffeurs aangevoerd, beveiligd door een legertje private veiligheidsdiensten om de staking te doorbreken. Dit is uiteraard een illegale actie tegen het stakingsrecht. De postmannen en vrouwen, geconfronteerd met de dreigende privatisering en ontslagen, waren niet van plan om hun stakingsrecht zomaar op te geven. De camions werden dan ook onmiddellijk geblokkeerd door de stakers.

Hierop werd er door de directie politieversterking bijgehaald. 30 Robocops in gevechtskledij verschenen op het toneel om de gorrilla's van de bewakingsfirma te versterken en de doorgang te forceren. 50 met matrakken gewapende mannen stonden zo tegenover het 100-man-en-vrouw sterke stakingspikket. Op allerlei wijzen probeerden deze de doorgang te passeren, duwen en trekken, stoten met de schilden en helmen en zelfs traangas. Ballans na 4 uur duwen en trekken: een hoop blauwe plekken, één iemand tijdelijk verblind door pepperspray en één staker flauw gevallen.

Toen echter nog eens 20 extra robocops verschenen en de politie duidelijk maakten dat het een gevecht van man tegen man zou worden, werd door de delegees beslist van het pikket deels te ontruimen. De geblokkeerde vrachtwagens zouden immers nooit op tijd op hun bestemming komen, actie geslaagd dus. Bovendien kon men het risico niet lopen dat iedereen zou weggebracht worden naar de gevangenis, gezien het grote aantal delegees uit andere diensten die aanwezig was, en overdag aanwezig moest zijn op andere plaatsen.

Na een korte nacht van 4 uur - vervoegden we piketten aan het kasteel van Sao Jorge een de metro van Lissabon. In het station van Restauradores konden we vaststellen dat geen enkele trein reed. Rond de middag vervoegden we een actie van stakende leraren en studenten aan het ministerie van onderwijs, gevolgd door een antikapitalistische betoging aan Rossio.

De stakingsdag werd uiteindelijk afgesloten met een groot concert in het centrum van de baixa, waar vakbondsleiders het woord afwisselden met muzikale interventies, met speciale aandacht voor de muzikale erfenis van Zeca Afonso - de belangrijkste Portugese protestzanger. Eén ding leek duidelijk, de arbeidersklasse in Portugal zal zich zeker niet laten doen. Als het van hen afhangt, zal het niet bij deze staking blijven...





Saturday, November 20, 2010

Lisboa: 30.000 tegen Navo-top

Dit weekend vindt in Lissabon een grote NATO-top plaats. 7 jaar geleden nadat coalition of the willing op Portugese bodem samenkwam om de invasie van Irak voor te bereiden, ontvangt Portugal opnieuw een belangrijke militaire top. De militaire alliantie van het westerse imperialisme kwamen er bijeen om de strategia voor de komende 10 jaar te bespreken. Het hoofddoel bestaat erin de NATO voor te bereiden op haar rol in het verdedigen van de westerse imperialistische belangen in een wereld van andere opkomende blokken.

De Nato werd na WOII opgericht als Alliantie "ter verdediging van de democratie", ondanks dat onder haar oprichters verschillende dictaturen waren, waaronder de fascistische Salazar-dictatuur in Portugal. De ware toedracht was de militaire verdediging van de externe economische en geopolitieke belangen van de belangrijkste kapitalistische mogendheden tegen het oprukkende "rode gevaar", deels afkomstig uit de Sovjet-Unie. De Nato schrok nooit terug om voor die belangen brutaal militair geweld te gebruiken - zoals in Afghanistan nogmaals bleek.

Nu de SU niet meer het grote gevaar vormt, is de NATO al een 20-tal jaar op zoek naar een nieuwe strategie. De "war on terror" is een tijdje het voorwendsel geweest om de legitimiteit van het voortbestaan van militaire NATO-uitgaven te ondersteunen en interventies in het olierijke midden-oosten te legitimeren. Met het opkomen van nieuwe economische grootmachten, in eerste plaats China; lijkt de rol van de NATO zich weer duidelijker te gaan vormen. Het was dan ook tijd voor de alliantie om een nieuwe aangepaste strategie te bespreken.

De Nato is steeds een imperialistische organisatie geweest. Dat wil zeggen dat haar voornaamste doel was om de westerse economische belangen te ondersteunen, overal ter wereld. Met de achtergrond van economische crisis zullen de kapitalistische tegenstellingen verder stijgen. Deze worden vandaag vertaald in toenemende handelsconflicten, protectionisme en monetaire conflicten. We moeten dan ook niet verwonderd zijn indien de VS de Nato zullen gebruiken als militair drukkingsmiddelen in de "currency-wars" met onder andere china.

Socialismo Revolucionario, de Portugese afdeling van het CWI en zusterorganisatie van LSP was één van de organisaties die opriepen voor de massale betoging tegen de top op zaterdagmiddag. De betoging, onder de slogan "Vrede Ja, Nato Nee" wordt ondersteund door honderden organisaties, waaronder de vakbonden, het links blok en de PCP.

Zaterdagnamiddag kwamen 30.000 jongeren, arbeiders, activisten en syndicalisten op straat voor deze strijdbare betoging. De kwestie van de Nato-top werd door heel wat delegaties gelinkt met de crisis van het kapitalisme. Opvallende spandoeken waren onder andere : "Stop Nato, de gewapende steun van het Kapitalisme", "Ontmantel Nato; gewapende arm van het capitalisme om arbeiders en volkeren te onderdrukken" en "Tegen oorlog; capitalisme en militarisme bieden geen oplossing". Met de CWI-delegatie kwamen we tussen met ons laatste blad en een pamflet rond de Nato en de aankomende Algemene Staking tegen de regering van volgende woensdag.

Opvallend tijdens de betoging was ook de provocatorische houding van de politie. Zo trachten ze een blok van PAGAN, "platform anti-nato en anti-oorlog" volledig af te zonderen, het met een dubbel politiecordon rondom-rond escoreterend. Tijdens de betoging werd echter niet op de provocaties ingegaan, en deze verlieps dus strijdbaar maar vreedzaam. Het is echter een voorbeeld van de enorme criminalisatie-campagne die de regering tracht te voeren tegen de sociale bewegingen de laatste wegen. Zo probeerde men betogers af te schrikken met de voorspelde aanwezigheid van 5000 zogenaamde Black-blockers. Die bleken echter helemaal niet op de betoging aanwezig te zijn. De regering probeert een angst te creeren tegen de toenemende woede van de bevolking tegen haar beleid, vooral met de algemene staking van volgende week in gedachten. Deze campagne kan enkel worden tegengegaan door de organisatie en strijd van de arbeidersklasse.



Saturday, November 13, 2010

GM: leidraad van een ziek systeem

Deze week wordt General Motors geherprivatiseerd. Het wordt waarschijnlijk de tweede grootste beursgang ooit. Daarmee wordt GM terug een acteur in het casino; een zombie in een requiem weliswaar... Tijd voor een tussentijdse balans van een icoon van het kapitalisme.

GM als symbool van Kapitalisme

GM moet in onze streken, sinds zijn demarche bij Opel Antwerpen op weinig sympathie rekenen. Duizenden mensen werden er zonder toekomst op straat gezet. De productiefste Europese fabriek van de groep wordt gesloten. Potentiële overnemers, werden spaken in de wielen gestoken.(1)

Nochtans was het beleid van het bedrijf weinig verbazend; in tegenstelling tot wat vakbonden en politici ook mochten beweren. GM handelde als een normbepalende multinational, saneerde op loonkosten, zocht naar de beste subsidies en laat liever een productieve fabriek verdwijnen dan ze over te geven aan een Chinese concurrent. GM is steeds een symbool-bedrijf geweest voor het kapitalisme en het heeft zich steeds trouw aan die rol gehouden.

GM kende zijn grootste bloeiperiode in de naoorlogse periode. In die periode kende ook het kapitalisme de grootste productieve groei in zijn recentste geschiedenis. De verwoestingen van de tweede wereldoorlog hadden terug groeimarge gecreëerd binnen het economische systeem. De overproductie na de depressiejaren was immers letterlijk aan flarden geschoten. Ook GM kweet zich overigens met veel enthousiasme aan die ‘taak’. GM haalde tijdens de wereldoorlog 12,3 mld dollar omzet uit oorlogsmateriaal. Daarbij produceerde het overigens voor zowel de VS als Nazi-Duitsland (2). Wanneer de inflatie wordt meegerekend zou dat vandaag uitkomen op een omzet van meer dan 148 mld dollar aan verwoesting (3).

In de groeiperiode na WOII werd GM ook het symbool van het heropbloeiend Keynesians kapitalisme. De jaren '60 waren de periode van de auto als gezinswagen - de periode ook waar mensen zich een gezinswagen konden permitteren. Toen had het kapitalisme immers nog ruimte om verworvenheden voor de arbeidersklasse toe te staan - hoewel dat uiteraard niet zonder slag of stoot ging.

GM stond symbool voor de auto, de auto voor ‘the American Dream’ en ‘the American Dream’ voor het kapitalisme – tenminste, dat was toch het beeld dat men ophing. Sindsdien wordt de geschiedenis van het kapitalisme klaarblijkelijk geschreven door de levenswandel van GM.

Symbool van een ziek kapitalisme

De periode van kapitalistische groei eindigde abrupt met de oliecrisissen en de galloperende inflatie van de jaren ‘70. Ook voor GM betekende dit een kantelpunt, de olie werd duur en de benzinezuipende sleeën van GM werden het symbool van verspilzucht. GM en de Amerikaanse auto-industrie kwamen in slechte papieren. Om de winstcrisis tegen te gaan werden in de jaren '80 massaal verworvenheden van de arbeidersbeweging afgebouwd, werden lonen verlaagd, werd er gedesinvesteerd en geoutsourced. Het beleid van GM loopt daarmee parallel met het algemene politieke beleid startperiode van het neoliberalisme met Reagan en Tatcher. De spooksteden van Detroit en Flint - bekend uit Roger and Me van Michael Moore - staan symbool deze periode.

Sinds de crisis van de jaren ’70 is het systeem nooit meer gezond geworden. Wel heeft het kapitalistische systeem het volledig failliet proberen uitstellen door schuldenopbouw en de financiele deregulering. Zo ook bij GM. Hierop volgende korte afwisselende periodes van artificiële Booms en daaropvolgende Busts, samengaand met een enorme schuldopbouw. Zowel GM als het kapitalisme kenden een serieuze overproductiecrisis. Deze werd nog eens versterkt door inhalige managers en aandeelhouders zonder lange termijn perspectief.

Socialisme voor de rijken

Die situatie kon niet eeuwig blijven duren. Een naderend failliet was reeds voor het uitbreken van de crisis voorspelbaar. De CDO’s leiden het kapitalisme naar de val van Lehman-brothers – Voor GM waren dat de opgebruikte pensioengelden. Het waren de luchtbellen waar men op bouwde... die al een tijd uiteenspatten voor men het doorhad.

In 2009 werd GM uiteindelijk failliet verklaard en genationaliseerd. De schulden waren onbetaalbaar geworden en de overheden kwamen tussen. "De verliezen werden gecollectiviseerd...". 50 miljard dollar schulden werden doorgeschoven naar de gemeenschap. Harvard-econoom Roubini noemde het "socialisme voor de rijken”(4).

... en privatiseer de winsten

Volgende week wordt GM weer grotendeels doorgeschoven naar de privé. GM zal nu schuldenvrij naar de beurs worden gebracht. Voor 10 miljard dollar aandelen zal er verkocht worden(5). De hefboomfondsen hebben het risico op de gemeenschap afgewenteld, en kunnen nu weer vrij gaan gokken met GM.

Toch is het duidelijk dat GM geen gezonder bedrijf werd, net zoals het kapitalistisch systeem sinds de 'redding' ervan niet minder ziek is. De politiek die werd toegepast bij GM Antwerpen is een voorbeeld van een logica die nooit is weg geweest. Zolang het kapitalistisch schouwspel blijft duren, zijn er acteurs nodig. En bij een ziek schouwspel horen zieke acteurs, tot het doek valt.
_________
1. Voor een echte analyse over Opel in Antwerpen verwijs ik naar http://www.socialisme.be/lsp/autosector
2. The Nazis could have invaded Poland and Russia without Switzerland. They could not have done so without GM (Bradford Snell, 1974)
3. inflatie op basis van de Consumer price index, Historical Statistics of the United States (USGPO, 1975).
4. Roubini, N., Public losses for private gain, Guardian, 2008
5. Beursgang GM stormachtig succes - tijd.be - 13/11/2010

Tuesday, October 19, 2010

Staking als groepstherapie?

De succesvolle staking bij de NMBS van maandag, drijft een deel van de rechterzijde weer de muren op. Acties zoals die van maandag worden bestempeld als gratuit, asociaal en onethisch. Het actievoerend personeel wordt bestempeld als gepriviligieerd, gijzelaars van de bevolking, die tot ‘redelijkheid’ moeten worden ‘gedwongen’. Zo staat het ook in het opiniestuk van Paul Huybrechts in de standaard van dinsdag.

Deze gratuite scheldtirades van Vlaams rechts tegen vakbondsacties en het stakingsrecht gaan echter steeds voorbij aan 2 fundamentele zaken. Namelijk de essentie van sociale strijd én de condities die eraan ten grondslag liggen.

“Als de spoorbonden niet leren inbinden is het straks afgelopen met dat stakingsrecht”, zo luidt de inleiding van het opiniestuk. Het lijkt wel alsof Huybrechts het recht op staking enkel wil garanderen wanneer de vakbonden achteraf plat op hun buik gaan. Staken verwordt in sommige kringen een groepstherapie tegen frustraties op het werk, waarbij de groepsleden aan regeltjes van de groepsleider moeten voldoen.

Staking is echter geen therapie, noch een meningsuiting. Het is een sociaal-politiek strijdmiddel – en dient enkel daarvoor gebruikt te worden. Het stakingsrecht vindt haar oorsprong bovendien ook niet in het rechtssysteem, maar in de historische strijd van de arbeidersbeweging, tegen het bestaande rechtssysteem in. Het is dus verkregen door strijd, en het zal niet zomaar afgeschaft worden omdat één of andere ‘kordate’ minister dat zou willen.

Het ergerlijkste aan dit soort opiniestukken is echter dat er nooit wordt ingegaan op de diepere oorzaak van de acties. De syndicalisten die ik gisterennacht aan het pikket vergezelde leken mij alleszins niet zo “gepriviligieerd“. Wie gepriviligieerd is, kruipt om 4u ’s ochtends niet uit zijn bed om de kou te gaan verbijten aan een stakingspiket. De jobs, arbeidscondities en veiligheid van het spoorpersoneel staan op het spel bij een verdere liberalisering. Dit komt boven de problemen die vandaag al bestaan, zoals het chronisch personeelstekort; waardoor sommige treinbestuurders al jaren hun vakantie niet kunnen opnemen.

Net als bij de liberaliseringen van de postbedeling wordt Europa bij dit soort hervormingen gebruikt als “de wil van God”, waar toch niets tegen te doen valt. In de Politieke Wetenschappen heet dit “scale politics” van het neoliberalisme. De EU is een creatie van bovenstatelijke identiteiten door het patronaat. Hierdoor kan men haar ‘wil is wet’ onttrekken aan de nationale democratie; én dus van politieke verantwoording.

Behalve een kleine elite aandeelhouders, wordt immers niemand beter van deze Europese hervormingen. Ook in de andere landen van de EU wordt geprotesteerd tegen de opgelegde neoliberale politiek uit Brussel. Ook in de rest van Europa zorgt de liberalisering immers voor een race to the bottom op vlak van arbeidscondities, veiligheid en efficientie; een blauwdruk voor een spoorsysteem naar Brits model.

In plaats van dus het stakingsrecht in vraag te stellen en werknemers over Europa tegen elkaar uit te spelen, zouden we moeten werken aan een actieplan om de liberalisering tout court te stoppen, en dat kan alleen door de stakingsacties uit te breiden over de landen heen, door de acties in Belgie bijvoorbeeld aan te sluiten bij de acties van de bonden in Frankrijk.

Saturday, August 14, 2010

Bosbranden in Portugal: Failliet van privebezit en neoliberalisme

Tienduizenden hectaren bos zijn sinds begin deze zomer weer in vlammen opgegaan. Bosbranden vernietigen hele valleien en leggen natuurreservaten in de as. Ze veroorzaken een enorme uitstoot van CO2 en elk jaar sterven verschillende vrijwillige brandweerlui in de vlammen. Nieuw is het probleem in Portugal niet, toch worden enkel de symptomen bestreden. Structureel blijven de problemen onaageroerd, omdat de structurele oorzaken onafscheidelijk samenhangen met het kapitalistische systeem.

De tol

De gevolgen van de branden zijn voor iedereen duidelijk. Op ecologisch vlak gaat er heel wat biodiversiteit verloren, kreunen de streken de jaren nadien nog onder de giftige stoffen van de assen in het grondwater en worden tonnen Co2 uitgestoten. Daarnaast worden elk jaar duizenden hectaren natuurreservaten vernietigd. Deze week alleen al werder grote stukken van de nationale parken van de Serra da Estrela en Gerez tot een zwarte hel herleid.

Ook op economisch vlak zijn de branden een ramp voor de Portugese economie die al jaren onder een chronische crisis leidt. Specialisten berekenden dat de bosbranden jaarlijks 3,7 procent van het BBP in rook doen opgaan. Niet alleen worden bossen vernietigd die gebruikt worden voor de papier en hout-industrie. Veelal nemen de branden ook aanliggende wijngaarden mee, vernietigen ze de grasvelden waar herders in de bergen hun schapen en geiten laten grazen en gaan kleine landbouwgronden in de vlammen op. Bovendien schrikken de bosbranden ook toeristen af, om nog maar te zwijgen over het toeristisch potentieel dat vernietigd wordt, doordat mooie landschappen herleid worden tot zwartgeblakerde heuvels.

Op menselijk vlak is het lijden evident. Dorpen die omsingeld worden door de branden worden ontruimd en de verwoestijning in het binnenland neemt daardoor hoe langer hoe meer toe. Elk jaar branden verschillende huizen af, en verongelukken vrijwillige brandweerlui bij het blussen. Deze week nog kwam een meisje van 21 om bij de bluswerken. Om van de werkloosheid veroorzaakt door de branden maar te zwijgen.

Symptoombestrijding

De Portugese regering kreeg de afgelopen jaren heel wat kritiek over het gebrek aan voorbereiding tegenover de jaarlijkse bosbranden. Zo was er een gebrek aan materiaal, onderbetaling van de brandweerlui – die 20 euro per dienstdag krijgen - , en een gebrek aan “vliegende middelen” – vliegtuigen, zware blushelicopters en verkenningstoestellen. Behalve aan de lonen, is er ondertussen al wat vooruitgang geboekt, vooral met hulp van buitenlandse blustoestellen.

Ook probeert men de wetgeving op brandstichting aan te scherpen, met strengere straffen voor pyromanen en onoplettende brandstichters die met een sigarettenpeuk de hel doen losbarsten. Toch is dit soort oplossingen ver van voldoende, vooral omdat de bosbranden een structureel probleem zijn die samenhangen met het kapitalisme als economisch systeem.

Structurele oorzaken

Een van de belangrijkste problemen aan de basis van de bosbranden is het bosbeheer. Dit kan teruggevoerd worden tot 3 grondoorzaken. De eerste is een bureaucratisch probleem, namelijk het gebrek aan een centraal register voor de bossen, waardoor heel wat verwarring bestaat over wie nu voor welke bossen verantwoordelijk is.

De 2 andere oorzaken zijn veel directer verbonden met het kapitalisme als systeem an sich. Het eerste daarvan is het privaat bezit van een groot deel van de bossen. Om bosbranden controleerbaar te houden, is een goed onderhoud van de bossen cruciaal. Daarvoor moeten de bossen regelmatig gekuist worden, en ontdaan worden van dood hout en dorre struiken, de brandversnellers van dienst. Daarnaast moeten ook de toegangswegen en brandgangen voorzien en onderhouden worden, zodat de brandpreventie en de brandweer snel en gemakkelijk toegang heeft tot de bossen. Daar knelt het schoentje van het private bosbezit.

Doordat grote delen van de bossen privaat bezit zijn, is het voor de eigenaars vaak niet rendabel het nodige onderhoud te voorzien. Branden houden immers niet om aan eigendomsgrenzen, en er ontstaat een klassiek probleem van “Commons”, waarbij de eigenaar er enkel baat bij heeft zelf zijn taak te vervullen als alle anderen dat ook zouden doen. Het uiteindelijke resultaat is dat door het bestaan van privaat bezit niemand uiteindelijk iets doet.

Daarnaast zorgen erfenissen ervoor dat stukjes bos bij overlijden opgedeeld worden in bijna waardeloze stukjes land, waar de kinderen en kleinkinderen in de steden – die niet meer actief zijn in de oude artisanale land- en bos-bouw - weinig voeling mee hebben, en hun eigendommen nog nauwelijks weten liggen. Het resultaat is dat de bossen verwaarloosd worden; ideale voedingsbodem voor branden. Het lijkt hoebij dus evident dat privaat bezit van bosgronden een rem is geworden op de economische en ecologische ontwikkeling van de regio.

De alternatieven

Nationaliseringen en onteigeningen zonder meer zijn echter evenmin een oplossing. Ook de ballonnetjes die de regering opliet om eigenaars die hun taak niet voldoen te beboeten of te onteigenen zullen niet onmiddellijk soelaas bieden. 40 procent van de bossen zijn in handen van de Portugese staat. En vaak zijn deze bossen in even slechte of slechtere staat dan die private. Desinvesteringen van de overheid en afslankingen van het ambtenarenapparaat, onder druk van het neoliberalisme, hebben voor een chronisch tekort aan middelen en personeel gezorgd, waar de natuur en de bevolking vandaag het slachtoffer van zijn.

Structurele oplossingen zijn dus onder het kapitalisme ver te zoeken. Als alternatief zou een systeem moeten naar voor gebracht worden die een einde maakt aan het private bezit van natuurlijke rijkdommen zoals de portugese gronden, met onteigeningen die de eigenaars vergoeden naar gelang hun behoeften, en een staat die investeert in het welzijn van zijn bevolking en haar ecologische omgeving.

Monday, June 21, 2010

Portugal neemt afscheid van Saramago


Op 18 juni overleed Jose Saramago. Saramago ontving in 1998 de Nobelprijs voor de Literatuur. Met zijn dood verliest de arbeidersbeweging een grote intellectueel die steeds aan haar zijde heeft gestreden. Terwijl allerhande presidenten en politici hun 'respect' uitbrachten, bracht een menigte op zijn begrafenis hem een échte laatste eer. Allen riepen ze in koor: "Saramago, de strijd gaat door!"

Saramago is internationaal vooral bekend als schrijver en poëet maar hij was ook een politiek criticus en noemde zichzelf marxist. Sinds 1968 was hij lid van de Communistische Partij van Portugal, die toen nog illegaal was onder de fascistische dictatuur, en slechts enkele honderden leden telde. Hij was zelfs ooit kandidaat voor de Europese verkiezingen voor de PCP.

Toch stond hij niet kritiekloos tegenover de rol die de partijtop speelde, of liever de rol van leiding voor de arbeidersbeweging, die ze vaak niet speelde wanneer dat nodig was. Zo schreef hij in een stuk uit oktober 2008: “Ik, die ondertussen tot het besef was gekomen dat Marx nog nooit zoveel gelijk had gehad als vandaag, verbeelde me dat, wanneer de zeepbel van de Amerikaanse hypotheekmarkt uiteenspatte, dat de linkerzijde, waar ze ook was, als ze nog leefde eindelijk haar mond zou opendoen. Maar de linkerzijde denkt blijkbaar niet meer, ze gaat niet over tot de daad, ze neemt geen risico’s, en tot op vandaag doet ze het nog steeds niet.”

Cynisch, zoals zovele anderen op late leeftijd, is hij ondanks de politieke tegenslagen echter niet geworden. Zo bleef hij tot een jaar voor zijn dood schrijven aan pamfletten en politieke commentaren. Op 24 februari van vorig jaar schreef Saramago in een verkiezingspamflet voor Izquierda Unida in Baskenland: “Links, we hebben gelijk. Het gelijk van zij die vechten voor een betere wereld voor het te laat is”.

De huidige crisis toonde volgens Saramago het ultieme failliet van het kapitalisme als systeem, en hij bleef ook tegenstander van een radicale hervorming tot een nieuw kapitalisme. Dat hij na zijn dood eer wordt bewezen door heel wat hoogwaardigheidsbekleders zou hij op een sarcastische wijze verworpen hebben. Tot aan zijn dood is hij steeds een fervent criticus geweest van conservatieve politici als Aznar, Rajoy, Cavaco Silva, Sarcozy en Bush, waarvan er vandaag heel wat zijn literair werk de hoogte inprijzen maar zijn politieke standpunten verzwijgen. De enige eer die hem, als zoon van arme dagloners, echt waardig is, is die van de menigte die met honderden tegelijk bij zijn crematie kwamen roepen. “Saramago, a luta continua.”

Friday, June 11, 2010

Waarom ik zondag LSP steun en van jou hetzelfde vraag!


Hallo,

De verkiezingen van 13 juni naderen. (Ikzelf ben bij deze verkiezingen kandidaat voor LSP - Linkse Socialistische Partij - in West-Vlaanderen). Wellicht heb je van LSP, wegens ons beperkt budget en middelen, nog niet zoveel gehoord tijdens deze campagne. Daarom deze voorstelling:

Onze centrale slogan in de verkiezingscampagne is:
Verdeel de rijkdom, niet de werknemers!

De crisis, veroorzaakt door een kleine groep rijken en bankiers wordt vandaag betaald door de gewone werknemers. Heel wat mensen verloren de afgelopen maanden hun job doordat de hebzucht van een kleine groep bankiers en kapitalisten geen grenzen kende. LSP vindt het dan ook onaanvaardbaar dat net de banken vandaag gered worden met miljarden belastinggeld. Zij kregen miljarden terwijl de regering de afgelopen jaren stelde dat er nergens geld te vinden was voor de broodnodige verhoging van de pensioenen, de afbouw van de wachtlijsten in de zorg, de verlaging van de ziektekosten, het verhogen van de koopkracht, etc...


Ondertussen valt de regering omwille van communautair opbod dat al drie jaar bezig is, maar waarbij geen oplossingen voor reële problemen naar voor geschoven werden door de traditionele partijen; inclusief Sp.A en Groen! in de oppositie.
In tegenstelling tot de meeste andere partijen voeren we een heel inhoudelijke campagne, waarbij we bewust provoceren en tot nadenken aanzetten met een tweetalige affiche. We willen daarbij de aandacht vestigen op de noodzaak aan solidariteit tussen Walen en Vlamingen. We moeten samen sterk staan tegen de besparingen die ons opgelegd zullen worden.

Hierbij kunnen we het ons niet veroorloven om de sociale zekerheid, maar ook de strijd op zich te verdelen. We zijn geen Belgicistische partij, integendeel. We denken echter dat een duurzame oplossing voor de communautaire problematiek in ons land er enkel kan komen door een sociaal beleid via investeringen in huisvesting en onderwijs om tweetaligheid te kunnen garanderen. Regio, nationaliteit noch afkomst mogen bepalen welke rechten je krijgt!

LSP, de Linkse Socialistische Partij heeft slechts een beperkt budget in vergelijking met andere partijen en krijgt in het mediacircus ook bijna geen aandacht. Toch zijn we ervan overtuigd dat ons programma vandaag cruciaal is in deze crisis – Daarom hopen we dat jij voor ons stemt en onder andere dit bericht verder helpt verspreiden, etc. We krijgen steeds meer goeie reacties, maar dit betekent nog niet dat onze score hoog zal liggen, omdat veel mensen 'nuttig' willen stemmen. Een stem voor ons is dat echter nog meer, omdat LSP (samen met PVDA) de enige partij is die 100% tegen besparingen ingaat en na de verkiezingen gewoon blijft verder strijden. Dàt is zonder enige twijfel belangrijker dan 'het minste kwaad' naar het parlement stemmen en mee de besparingen laten uitvoeren.

Wat wij echter ook heel sterk benadrukken, is het internationale aspect. LSP maakt deel uit van een internationale organisatie (CWI - www.socialistworld.net) dat in 40 verschillende landen actief is. Joe Higgins (www.joehiggins.eu), een Europarlementariër voor onze Ierse zusterorganisatie trekt bijvoorbeeld de campagne voor internationale solidariteit met Griekenland en tégen de besparingen die eraan komen in de Eurozone.

België maakt uiteraard ook deel uit van deze context van crisis, en internationale samenwerking en solidariteit maakt ons zeker sterker. Linkse éénheid is hierbij ook een belangrijke stap, zodat échte linkse alternatieven op de kaart gezet kunnen worden.

Daarom komen we in Wallonië op met het Front des Gauches (www.frontdesgauches.be), dat meerdere radicaal-linkse organisaties omvat. Ook daar is de campagne veelbelovend en krijgen we veel positieve respons.

Wij staan voor een inzet die niet enkel rond verkiezingen draait. Stemmen voor ons kunnen de aandacht vestigen op ons programma, net zoals de ondersteuning van onze campagne of actief lid worden dat ook zijn. Je kan in elk geval alvast je steentje bijdragen door zondag op mij of andere kandidaten van LSP te stemmen! (Als je dit bericht ook nog doorstuurt naar je vrienden en kennissen, via e-mail en facebook, zoveel te beter nog!)

Wie meer info wil kan terecht op onze sites: www.socialisme.be of www.stemlsp.be - of natuurlijk op Facebook

Merci alvast voor je steun,

Jonas Van Vossole,
Lijsttrekker - LSP-West-Vlaanderen

Korte voorstelling:
-22 jaar en tweede keer kandidaat voor de verkiezingen
-Zo goed als afgestudeerd in Politieke Wetenschappen aan de UGent (enkel nog resultaten afwachten)
-Politiek actief sinds 2003 (anti-oorlogsbeweging)
-Verantwoordelijke voor de uitbouw van LSP in West-Vlaanderen

Monday, June 7, 2010

Gemeente denderleeuw wil géén 2-talige affiches

Ik kreeg deze middag onderstaande e-mail.
________________

Beste,

Wij hebben vastgesteld dat de partij SLP affiches in de Nederlandse en Franse taal heeft aangebracht op de gemeentelijke officiële aanplakborden voor de verkiezingen van 13 juni 2010.
Dit is in strijd met de taalwetgeving aangezien de gemeente Denderleeuw een uitsluitend Nederlandstalige gemeente is.
Desbetreffend verzoeken wij de partij SLP om de 2-talige affiches onmiddellijk te verwijderen of de Franse tekst af te plakken.

Met vriendelijke groeten
Christophe D.G.
Medewerker Gemeente Denderleeuw

__________

Het spreekt uiteraard voor zich dat we daar niet op zullen ingaan. Het is net onze bedoeling in te gaan tegen het hele communautaire opbod dat Vlamingen en Walen verdeeld over taalkwesties. Niettemin toch een woordje over de juridische kant van de zaak. De hele mail slaat volgens mij nergens op. De taalwetgeving wat betreft nederlandstalige communicatie in nederlandstalige gemeentes, slaat op de communicatie tussen de overheid en de burger.

Een politieke partij - zeker een oppositiepartij die niet vertegenwoordigd is in de staatsinstellingen - zoals de onze, behoort uiteraard niet tot de uitvoerende macht. Er stelt zich dus mijns inziens, als Politiek Wetenschapper aan de Ugent, helemaal geen probleem wat onze tweetalige affiches betreft.

Wij zullen dus de gemeente Denderleeuw verzoeken deze affiches dan ook onaangeroerd te laten. Het verwijderen van affiches omdat men niet akkoord is met de inhoud, vanwege de gemeente; dàt is wel ongrondwettelijk!

Thursday, May 20, 2010

De onzin van de ontgroeiing

Of waar de groene beweging, tijdens de blauwe jaren, de rode draad kwijt speelde.

In de radicale zijde van de ecologische beweging is de doctrine van de 'de-growth', of de ontgroeiing, vandaag zeer populair. Deze 'groenen' stellen dat onze economie moet krimpen om ze ecologisch verantwoord te maken. Niet alleen vervreemdt dit de groene beweging van de arbeidersbeweging. De doctrine is vanuit theoritisch oogpunt gewoon volledig fout. Ze is het gevolg van het feit dat een deel van de ecologische beweging is beginnen denken binnen het kader van de kapitalistische economie.

De-growth start van de assumptie dat de economische groei van het kapitalisme vandaag niet houdbaar is. Deze groei gaat immers ten koste van ons milieu en breng op die manier de levensbaarheid van ons eco-systeem en de leefsituatie van de volgende generaties in gevaar.

Op zich klopt het natuurlijk dat de kapitalistische groei ten koste gaat van ons ecosysteem. Alles moet wijken voor de winstlogica; de winstlogica die vandaag de basis vormt van de economische groei. Economische groei - of de groei van het BBP, zoals ze wordt uitgedrukt - gaat in de huidige ontwikkelingsfase van het kapitalisme ten koste van de uitputting van de natuurlijke rijkdommen, de opwarming van het klimaat... Ze zorgt voor de vervuiling van de natuurlijke omgeving van zowel de mens als van heel wat planten- en diersoorten.

Wie echter de negatieve groei zou voorstellen als hét alternatief daarop, maakt een fatale fout. Op deze wijze stel je dat iedereen een deel van zijn welvaart zal moeten afstaan om 'het milieu te redden'. Dit is niets anders dan zeggen dat de werknemers en hun gezinnen deels zouden moeten betalen voor de fouten van het kapitalisme. De ecologische beweging riskeert daarbij het gehoor definitief te verliezen van diegene die het hardst uitgebuit worden door het systeem. Bovendien zijn zij het ook die van hun sociale positie uit, de macht hebben om het kapitalistische systeem onder druk te zetten.

Deze fatale fout komt er doordat een deel van de 'groene' beweging, zelfs het radicale deel, gedurende de afgelopen 20 jaar, is beginnen denken binnen het economisch kader van het kapitalisme. Binnen het kapitalistische denkkader is dat inderdaad de enige oplossing: een deel van de welvaart van de gezinnen opofferen, om op die wijze het milieu te redden.

Wat die ecologische beweging echter vergeten is, is de marxistische economische analyse. Deze is vitaal om een antwoord te vinden op de problemen die de kapitalistische groei vandaag veroorzaakt. Daarvoor moeten we eerst én vooral stilstaan bij wat economische groei in feite is. Economische groei betekent in feite de toename van gebruikswaarde, of totale welvaart, in de economie. Marx(1) stelde reeds dat er twee zaken zijn die gebruikswaarde voortbrengen; het is te zeggen, de natuur enerzijds en de menselijke arbeid anderzijds (hoewel de laatste een deel is van het eerste).

Aangezien kapitalisten hun winsten halen uit surplus-waarde, door het naar zich toe trekken van onbetaalde waarde; gebeurt dit door uitbuiting. Doordat het winstmotief de motor is van de kapitalistische groei, vindt de economische groei vandaag plaats door de uitbuiting van zowel de arbeid als de natuurlijke rijkdommen. In tegenstelling tot arbeid, die zichzelf regenereert door de voortplanting van de bevolking, regenereert de natuur zich niet, of veel trager. Daardoor blijkt deze uitbuiting een veel negatiever effect te hebben op de toekomstige generaties en op ons ecosysteem.

Wanneer men binnen het kader van het kapitalisme denkt, rekening houdend met de langetermijn-tendens tot dalende winstvoet, zit er inderdaad niets anders op dan ofwel de totale gebruikswaarde, de welvaart, te doen dalen, ofwel de uitbuiting van de natuur te verlagen door de uitbuiting van de arbeid op te drijven. De eerste optie wordt naar voor geschoven door de radicale groene beweging onder naam van de de-growth doctrine, de tweede optie wordt gebruikt door de 'officiele' groene beweging. Deze wil zich op die wijze als een aanvaardbare politieke beweging presenteren bij een deel van de heersende kapitalistische elite.

De uitbuiting van de arbeid opdrijven om die van het milieu te verminderen, is immers niets anders dan de concrete vertaling van de doctrine 'de vervuiler betaalt'. Dit kan gebeuren door bijvoorbeeld extra taksen te leggen op energie, milieuvervuilende verpakkingen te taxeren... Met de vervuiler wordt in die logica uiteraard naar de consument van vervuilende artikelen gekeken. De 'consument' - dus eveneens de werknemers en hun families - zal immers de grootste slachtoffer zijn van dit soort maatregelen. In de mate dat deze ecologische taksen al niet direct voor een reeele koopkrachtdaling zorgen, zullen de bedrijven die geconfronteerd worden met dit soort taksen, ze doorrekenen aan diezelfde consument. Daarenboven hebben dit soort maatregelen het perverse effect dat ze in eerste plaats de minst begoede consumenten treffen, die in eerste plaats geen geld hebben om zich 'milieuvriendelijke' producten aan te schaffen.

Marxisten horen beide blauw-groene logica's te verwerpen. Enkel een echte socialistische groene beweging, waar LSP zich toe rekent, doet dat. Ecologische socialistische weigeren om definitieve antwoorden te formuleren binnen de kapitalistische logica, omdat ze uiteindelijk ten koste gaan van de arbeidersklasse in plaats van het kapitalisme die de ecologische problemen uiteindelijk veroorzaakt.

Niets doen biedt uiteraard ook geen mogelijkheid, wat dan zullen de komende generaties - de kinderen van de arbeidersklasse vandaag - de rekening krijgen gepresenteerd.

De enige wijze om consequent vanuit links oogpunt een ecologisch standpunt in te nemen, is door het kapitalisme zelf in vraag te stellen. Neem de winstlogica weg, en dan hoeft economische groei helemaal niet ten koste te gaan van de natuur. Welvaart, of de totaal geproduceerde waarde, kan immers ook perfect stijgen door arbeid op een efficientere wijze in te zetten. Wanneer bijvoorbeeld ingenieurs én werklozen worden ingezet om nieuwe moderne milieuvriendelijkere auto's te produceren uit de recyclage van oude, dan biedt dat een toename van de totaal geproduceerde waarde, zonder dat dit de natuur aantast. Men kan eveneens moderne, efficientere en milieuvriendelijkere productietechnologien verspreiden naar minder ontwikkelde economien. Dit kan echter niet gebeuren binnen het kader van het kapitalisme, omdat de concurrentie tussen nationale burgerijen enerzijds en het intellectuele eigendom over technologie door grote multinationals anderzijds, dit verhinderd.


Groei dus perfect samen gaan met ecologie; maar dit verondersteld een andere soort economie dan de kapitalistische. Daarvoor is een geplande, socialistische economie nodig, waarbij de bevolking inspraak heeft over wat en hoe geproduceerd wordt, rekening houdend met de behoeften van de eigen en de volgende generaties. Daarom is het socialisme de enige oplossing voor een leefbaar economisch systeem, zowel ecologisch als sociaal.


1. oa in 'Kritiek op het programma van Gotha'

____________________
Opmerking: Dit is een draft-versie; kritieken zijn uiteraard welkom op jonas.vanvossole@ugent.be

Wednesday, May 19, 2010

Campagne filmpje obv Radio1 interview



http://clusterstreamhobo.telenet-ops.be/AVS/nieuws/nieuwswoensdag.wmv

Interview met Radio 1 over splitsing sociale Zekerheid


Wat zijn de speerpunten van LSP tijdens deze campagne?

De Linkse Socialistische partij heeft twee belangrijke punten in deze campagne. Enerzijds verzetten we ons tegen het nationalistische opbod tussen de grote partijen. Wij zijn tegen het feit dat men Walen en Vlamingen tegen elkaar uitspeelt. LSP gebruikt tijdens deze campagne dan ook een tweetalige affiche onder de titel "Verdeel de rijkdom, niet de werknemers".

Verdeel de rijkdom, niet de werknemers; omdat Waalse en Vlaamse werknemers uiteindelijk dezelfde belangen hebben. Uiteindelijk zullen we in dezelfde situatie komen zoals de Griekse bevolking vandaag. En willen we dan sterk staan, zullen we samen moeten vechten

Het tweede punt is dan ook dat LSP weigert te aanvaarden dat de rekening van de kapitalistische crisis wordt doorgerekend aan de gewone bevolking. Alle partijen zijn het vandaag eens over het feit dat er na de verkiezingen bespaard moet worden. Ze willen zo de miljarden die werden uitgegeven om de banken te redden, na de verkiezingen, laten betalen door de gewone bevolking. LSP aanvaard niet dat de winsten

LSP komt dan op met een heel duidelijk antikapitalistisch programma. Het kapitalisme en de winsthonger van een kleine groep kapitalisten hebben ons in de miserie gebracht. Het zijn dan ook de banken die de crisis horen te betalen; niet wij!

Wat denkt LSP over de splitsing van de Sociale Zekerheid?

LSP is tegen de splitsing van de sociale zekerheid. We denken dat dit de eerste stap is in de afbouw ervan. De sociale zekerheid is gebouwd op de solidariteit van de arbeidersbeweging. Wanneer wij bij een splitsing van die sociale zekerheid de kracht van onze kameraden van bijvoorbeeld van het FGTB, zouden verliezen, zou dit de sociale zekerheid sterk verzwakken. Dan zijn we zeker dat de Vlaamse regering er het mes in zal zetten. Ze zal dan doen zoals ze nu al deed met andere openbare diensten, zoals bij jullie - in de VRT; sterk besparen.

Dit waren mijn antwoorden op de vragen, hoe ze het uitgezonden hebben, kan je beluisteren op radio 1 op 19/5/2010 om 16.45

Update: Hier vind je het audiofragment (na BUB): http://deredactie.be/cm/1.783277?view=popupPlayer


Of ook in dit filmpje:

Sunday, May 16, 2010

Plakroutes voor de verkiezingen

De ingekleurde gemeentes zijn alvast zeker dat ze het bezoek zullen krijgen van onze plakploegen. Overal zullen de komende weken tweetalige affiches "Verdeel de rijkdom, niet de werknemers prijken. Op dit moment zijn er 6 Links-Socialistische plakploegen gevormd. Wil jij zelf ook een steentje bijdragen om de laatste witte vlek nu al in te vullen... laat iets weten op brugge@socialisme.be (op dat e-mail adres kan je ook de adressen met de borden krijgen)

Thursday, May 13, 2010

Eerste verkiezingsaffiches in... De Westhoek

Woensdag gingen we na de vergadering in Diksmuide met twee plakploegen op pad in West-Vlaanderen. De verse affiches waren niet alleen de eerste LSP-affiches die geplakt werden, ze waren ook de eerste affiches die in de Westhoek tout court. Sinds woensdag prijt dus onze slogan: Verdeel de rijkdom, niet de werknemers in verschillende West-Vlaamse dorpen.

Woensdag deden we reeds de gemeentes Diksmuide, Koksijde, De Panne en Zwevegem. Vandaag was ook Kortrijk aan de beurt.

Tuesday, May 11, 2010

Eén dag feest...


Maandag was het feest op de Europese beurzen. Na weken van verliezen onder invloed van de toegenomen staatsschulden leek een nieuwe Lehman-brothers afgewend door het 'krachtdadige optreden' van de Europese Unie. Lang duurde het feestje echter niet. De kater laat zich reeds voelen bij diegene die gisteren aan het feest waren, maar ondertussen wordt het steeds duidelijker dat de werkenden overal in Europa de echte slachtoffers zullen zijn.

Na weken van onderlinge twisten tussen de Europese elites, tussen die uit het Noorden en het Zuiden, tussen de meer industriële en de meer financiële sector van de bourgeoisie is men uiteindelijk tot daden overgegaan om het Zuid-Europese schuldenprobleem uit te stellen en de 'besmetting' van de rest van Europa te vermijden. Alle wapens werden uit de kast de kast gehaald voor wat de Tijd karakteriseerde als "Total Krieg". 750 miljard werd vrijgemaakt om de speculatiehonger van de haaien te stillen.

Veel voordeel zullen de Zuid-Europese werknemers en gepensioneerden, de eerste Europese slachtoffers van de schuldenzeepbel, er echter niet uit halen, integendeel. Een deel van het geld zou uit het IMF komen dat de Zuid-Europese begrotingen onder curatele zou plaatsen. De bevolking Portugal, Spanje en Griekenland werd dit weekend nogmaals gedwongen om extra besparingen te slikken.

Het spreekt vanzelf dat het speculatief kapitaal - de "sharks", volgens de treffende bijnaam die Joe Higgins ze gaf - maandag een feestje vierden. 750 miljard extra geld om de banken te redden door de griekse schuld te garanderen én de garantie dat het IMF ervoor zou zorgen dat de Europese bevolking de rekening van de crisis gepresenteerd krijgt, kapitalisten zouden voor minder feesten. Maandag gingen de beurzen dan ook door hun dak. De indexen gingen met 10 procent of meer omhoog en vooral de banken deden gouden zaken, de aandelen van KBC stegen zelfs met bijna 25 procent.

Lang bleef het feestje niet duren. Wij stellen al lang dat een structurele oplossing voor de crisis onder het kapitalisme bijna onmogelijk is. Blijkbaar zijn ook enkele kapitalisten de dag nadien tot de conclusie gekomen dat zelfs het pakket maatregelen van de EU onvoldoende zou kunnen blijken om structureel iets aan de situatie te wijzigen.

Het hele pakket van 750 miljard houdt immers nogal wat risico's in. Een groot deel van het budget bestaat immers uit geld uit andere lidstaten die dat op hun beurt leenden op de kapitaalmarkten. De schuld verdwijnt daarmee helemaal niet, er is in dit geval enkel sprake van herverpakking van schulden, met een collateralisering van de risico's. In feite gaat dit deel van het budget niet veel verder dan de vorming van veredelde CDO's. De recepten van de banken worden vandaag op staten toegepast. De geschiedenis heeft ons echter geleerd dat het verspreiden van het risico op een failliet dat risico niet doet verdwijnen, maar eerder een verspreiding van het risico voor een bankroet over de hele sector met zich meebrengt.

Daarnaast heeft de ECB gisteren aangekondigd staatsobligaties op te kopen, een maatregel die ze tot hiertoe steeds staalhard heeft ontkend te gebruiken. Wanneer een Centrale Bank dat doet, dan komt dat neer op geld bijdrukken. Niet enkel creeërt dat groot risico op inflatie, zeker op een moment dat die reeds begon te stijgen in de afgelopen maanden, het kan eveneens een recept zijn voor internationale spanningen. Moedwillige inflatie introduceren komt immers neer op het devalueren van de munt op termijn, om zo de export te verbeteren. Dit houdt een reëel gevaar in voor competitieve devaluaties tussen economische blokken, met een race to the bottom en stijgende spanningen tussen landen tot gevolg.

De beurzen bevestigde de structurele zwakte van de oplossingen nog veel sneller dan verwacht, na 24 uur kwam reeds de correctie. De onstabiliteit van de financiële sector bereikt daarmee een ongekend hoogtepunt. Een treffende illustratie hiervan is de opeenvolging van titels van 3 opeenvolgende commentaren over de Bel 20 in de Tijd tussen 7 en 11 mei (8 en 9 mei was immers weekend, en dus was er geen handel op de beurzen).

Grootste koersval sinds maart 2009 (7/5)
Bel20 kent vierde grootste stijging ooit(10/5)
Bel20 staat op met kater (11/5)

Het lijkt duidelijk dat de burgerlijke analisten geen weg meer weten met de huidige ontwikkelingen. Om dat te verbloemen zien we de laatste tijd steeds vaker Orwelliaanse Newspeak verschijnen in de commentaren. De site van de tijd opende dinsdagmorgen met "Beurzen nemen gas terug"... Ik vraag me af of die journalisten ooit met de auto reden... Wanneer je gas terugneemt, wil dat zeggen dat je nog steeds dezelfde richting blijft uitgaan. Wat we hier zagen was eerder een sprint - volle gas vooruit - waarna de handrem wordt opgetrokken en men de auto met piepende remmen in achteruit smijt. Ondertussen blijft men hopen dat de koppeling het zal blijven uithouden.

Ondertussen lijkt de diagnose van heroïneverslaving van het kapitalisme steeds duidelijker... waarbij de shots steeds minder effect hebben naar mate het einde nadert...