Wednesday, September 26, 2012

Haben wir es nicht gewusst?


Dinsdag in Madrid, woensdag in Griekenland… zaterdag in Lissabon? In sneltempo zien we de Zuiderse EU-landen degraderen tot geweldadige politiestaten, waar gerechtvaardigd en geweldloos massaal social protest steeds vaker met de matrakken wordt geconfronteerd. Een spiraal van repressie lijkt hen terug te duwen in de richting van hun autoritaire en fascistische regimes van weleer.
Ondertussen doet de rest van Europa of zijn neus bloed. Hoogstens komt er een afkeurende opmerking tegenover het ‘buitensporige’ politiegeweld of vindt men dat de plaatselijke regeringen toch wat socialer horen te zijn. Maar toch negeert men makkelijkshalve de eigen verantwoordelijkheid, of liever die van onze noordelijke politici en financiele kapitaal. 

Zuid-Europa heeft haar democratie niet uitgehold uit vrije wil. Ze werd uitgehold door Europa en de financiele markten. Het is de finánciele orthodoxie en het populisme van Merkel, Rutte en co die er de democratie heeft gekaapt. Verkiezingen verwerden er slechts schijnvertoningen, waar regeerprogrammas vooraf worden opgelegd aan de “aanvaardbare partijen”. Goed bestuur verwerd er het anticiperend reageren op de wensen van Merkel en de finánciele markten, in een poging het gezicht van de nationale autonomie enigzins te kunnen redden.

Het geweld komt er niet toevallig. Net als de protesten en het toenemend aantal jongeren dat het Zuiden ontvlucht zijn ze het gevolg van de stijgende armoede en werkloosheid, én vooral het gebrek aan alternatief. Wat is een democratie zonder alternatieven? De alternatieven zijn onaanvaardbaar, zowel voor Merkel en co, als haar lakeien in de Spaanse, Griekse en Portugese regeringen. Schulden horen immers afbetaald te worden, de staat moet “ontvet worden” en de arbeid competitiever. Daarbij vergeet men wel gemakkelijk dat investeringrisico werkelijk een risico hoort te betekenen, zelfs volgens de klassieke economische school, dat dat “vet” nogal mager is in Zuid-Europa, met gebrekkige sociale zekerheid en openbare diensten, én dat de lonen eigenlijk al onmenselijk laag liggen voor “beschaafde” landen.

In de jaren ’30 was de opgang van fascistische regimes een gevolg van economische wurging van de samenleving, van de eis tot terugbetaling van  onbetaalbare oorlogsschulden en het waanzinnig slechte management van de crisis. Ze was het gevolg van een gebrek aan een economisch alternatief op het falend vrije markt model. Het huidig toneel lijkt een slechte remake te worden van die tragedie van weleer, met onze eigen politieke en economische elite in de hoofdrol. Als de Grieken, Spanjaarden en Portugezen hun democratische inspraak hebben verloren, is het dan niet onze taak de onze te gebruiken? Of doen we alsof we er niets mee te maken hebben?