Monday, May 12, 2014

Europese verkiezingen Portugal - cynisme vertolkt tekort aan politiek links alternatief op crisis

(geschreven voor www.socialisme.be)

Portugese premier op verkiezingscampagne
In de aanloop van de Europese verkiezingen probeert de Portugese regering de boodschap te verkopen dat Portugal op de goede weg is. Naar aanleiding van de 12e evaluatie van de Troika begin deze maand roemde de minister van financiën het succes van het “hervormings”-programma – hervorming staat in het neoliberale lexicon voor besparing. Volgens diezelfde minister zou er tijdens de laatste regering meer “hervormd” zijn, - lees afbouw van de sociale rechten sinds de April-revolutie - dan tijdens eender welke andere regering in 40 jaar democratie. De voorzitter van de parlementaire fractie van de conservatief-liberale regeringspartij PSD, Luis Montenegro stelde zelf letterlijk dat: “het leven van de mensen is dan wellicht niet veel verbeterd, het land staat er alleszins veel beter voor.” Voor de regering lijkt daar duidelijk geen tegenstelling tussen te bestaan; logisch want het belang van het land staat voor de regeringspartijen gelijk met haar “competitiviteit”, de houdbaarheid van de staatsschuld en de groei van de export.
Volgens schattingen van Morgan Stanley – Die overigens positiever is dan de Europese commissie – zou de Portugees economie dit jaar 1,4 en volgend jaar 1,5 procent groeien. Deze groei is een gevolg van de exportindustrie gebaseerd op verslechterende arbeidscondities; terwijl de interne economie verder aan het dalen is. Terwijl deze groei volgens de regering tot de sterkste van Europa behoort, na Duitsland en België, kan men uiteraard niet spreken van een gezonde situatie, laat staan dat ze de afgelopen recessie zou compenseren of de staatsschuld draagbaar zou maken. Maar de besparingen zorgden wel voor een stijgend vertrouwen van de rating kantoren en financiele markten, waardoor de regering zich op de borst is gaan kloppen dat ze in de aanloop van de verkiezingen een “saida limpa” – propere uitweg - van de Troika konden aankondigen. De “propere uitweg” is het code-woord voor de datum van de laatste trimestriële onderhandelingsronde met de Troika op 7 mei  – zonder dat daarbij een nieuwe bailout noodzakelijk is. De regeringspartijen CDS en PSD gingen er zelfs zover in om de “recuperatie van de nationale soevereiniteit” te gaan vergelijken met de herwonnen onafhankelijkheid ten opzichte van Spanje in 1640. Gezien het feit dat Portugal verbonden blijft aan het Europese begrotingsverdrag, de geplande besparingen moet blijven nakomen en tot 2038 controles zullen blijven krijgen van de Troika, zijn deze claims natuurlijk belachelijk.
De stelling dat de balans allesbehalve rooskleurig is, is dan ook een gigantisch understatement. De torenhoge werkloosheid – vooral dan onder jongeren, de sterke stijging van de armoede en de enorme emigratie versterken een aantal van de historische problemen van Portugal als een afhankelijke perifere economie in het Europese kapitalisme. De jongere bevolking, de eerste generatie die echt degelijke universitaire kwalificaties heeft – wordt geconfronteerd met een economie die hun geen enkel perspectief kan bieden. De job-perspectieven zijn zelfs zo laag dat burgerlijk ingenieurs, mét ervaring, tegenwoordig aan de slag moeten tegen een minimum-loon van 485 euro, als ze al geluk hebben. Zo wordt een hele generatie - in wiens opleiding het land ettelijke miljarden heeft gepompt - verplicht te emigreren naar Noord-Europa, Noord-Amerika en de ex-kolonies; met alle gevolgen van dien: niet alleen worden families uit elkaar gerukt, diegenen die achterblijven zijn vaakst diegenen die het laagst opgeleid zijn, het minste talen spreken en het oudst zijn. Het gevolg is een land dat stelselmatig verouderd en ontvolkt, met permanent lage lonen en lage kwalificaties, en een land dat zijn productieve en reproductieve generaties blijft exporteren.
De regering heeft ondertussen alle legitimiteit onder brede lagen van de bevolking verloren. Alle voorzitters van de oppositie hebben een hogeren populariteit in de polls dan de eerste minister Pedro Passos Coelho, de president Anibal Cavaco solva en de CDS-voorzitter Paulo Portas. Zelf historische figuren ter rechterzijde, zoals CDS-stichter Freitas Do Amaral, hebben hun vertrouwen in de regering opgezegd omdat ze ze te liberaal vinden. In de afgelopen jaren hebben de georganiseerde Portugese werkende klasse, de jongeren en bevolking in het algemeen duidelijk hun woede laten blijken tegen de regering, de besparingsprogramma’s, de koloniale praktijken van de Troika en de burgerlijke parlementaire democratie – via traditionele algemene stakingen, massale betogingen, de plein-bezettingen van de indignados, etc. Een tekort aan eenheid en leiderschap van politiek links in de articulatie van dit verzet heeft echter geleid tot een stijgend cynisme onder de bevolking en een toegenomen verdeeldheid binnen links.
Bij deze verkiezingen komt links sterk verdeeld op. Naast de communistische partij en het links blok, komen ook 2 splits van het links blok, MAS en LIVRE op bij deze verkiezingen. Binnen de linkerzijde zal de communistische partij – overigens terecht – het sterkste uit de volgende verkiezingen komen. Met hun consequente houding ten opzichte van de besparingspolitiek en tegenover de sociaaldemocratische, neoliberale PS, én hun diepe én georganiseerde inplanting in de arbeidersklasse vormen zij een absolute steunpilaar van het verzet tegen de aanvallen van Troika en regering. Toch heeft de PCP haar beperkingen. Ten eerste is er haar overwegend parlementaristische houding – waarbij de syndicale en politieke strijd eerder gericht is op de versterking van de parlementair positie van de partij in plaats van andersom. Ten tweede is er nationalistische houding – onder de leuze “voor een patriottische en linkse regering” en concentratie op nationale onafhankelijkheid en nationale industrie – is gebaseerd op de stalinistische stadia-logica, die zich vertaald in het idee dat men eerst “de democratie van April dient te herstellen” en waarbij een echt socialistisch programma eerder als toekomstige utopie geprojecteerd wordt in plaats van een dringende en concrete noodzakelijkheid voor de crisis van het Europese kapitalisme vandaag. Het Links Blok op haar beurt is de laatste jaren sterk verdeeld geraakt op basis van interne – vaak gedepolitiseerde - strubbelingen tussen de verschillende ideologische stromingen (vooral de ex-eurocommunisten, maoisten en trotskisten), wat vaak tot onduidelijke, wisselende standpunten leidde, waar vaak de grootste gemene – en dus minst linkse - deler domineerde. Het gevolg was een campagne die eerder pro-Europees maar tegen de besparingen was; illusies in Euro-bonds en concentratie op heronderhandeling van de publieke schuld, een proces dat overigens versterkt werd door de afscheuring van Ruptura-MAS, de Morenistische “linkerzijde”. In de huidige campagne, die geleid wordt door Marisa Matias – collega van Paul Murphy in de GUE fractie van het Europees parlement – probeert opnieuw wat consistentie te brengen onder de slagon “De pé!, Não somos a divida”. Toch lijkt Matias – ondanks haar populariteit in de Media – niet in staat meer dan haar eigen zetel te redden. Het Links Blok verliest bovendien ook een deel aan twee splits die opkomen bij deze verkiezingen. Een rechtse split, geleid door Rui Tavares, onder de naam LIVRE, die zich wil wringen tussen de PS en het links blok – die wil samenwerken met de PS met een duidelijk pro-EU programma maar tegen te harde besparingen. Een “linkse” split, onder naam MAS, probeert de stemmen ter linkerzijde te recupereren met een radicale populistische campagne die vooral blinkt van inconsistentie. Deze organisatie met Morenistische roots roept op tot de vereniging van Links, maar gaat toch zonder schijn van kans de electorale competitie aan met het LB en PCP, daarnaast voert ze vooral campagne met anti-politieke en populistische slogans, zoals “Gevangenis voor al diegenen die het land beroofden” en “Stop de privileges van de politici”, zonder overigens - ondanks hun naam – een socialistisch alternatief te populariseren.
Deze campagne wordt gedomineerd door de zwakte van links, het gebrek aan samenwerking, het tekort aan de vorming van een politiek alternatief op de crisis en een tekort aan perspectief in de strijd om een anti-besparings-alternatief te bereiken. Het gevolg van dit alles is dat het cynisme en non-participatie deze verkiezingen zal overheersen, waarbij de PS electoraal het sterkste uit de bus zal komen – en een grote coalitie van PS en PSD richting de volgende parlementaire verkiezingen – en dus vervolg van dit ramp-beleid - waarschijnlijker wordt.