Tuesday, October 19, 2010

Staking als groepstherapie?

De succesvolle staking bij de NMBS van maandag, drijft een deel van de rechterzijde weer de muren op. Acties zoals die van maandag worden bestempeld als gratuit, asociaal en onethisch. Het actievoerend personeel wordt bestempeld als gepriviligieerd, gijzelaars van de bevolking, die tot ‘redelijkheid’ moeten worden ‘gedwongen’. Zo staat het ook in het opiniestuk van Paul Huybrechts in de standaard van dinsdag.

Deze gratuite scheldtirades van Vlaams rechts tegen vakbondsacties en het stakingsrecht gaan echter steeds voorbij aan 2 fundamentele zaken. Namelijk de essentie van sociale strijd én de condities die eraan ten grondslag liggen.

“Als de spoorbonden niet leren inbinden is het straks afgelopen met dat stakingsrecht”, zo luidt de inleiding van het opiniestuk. Het lijkt wel alsof Huybrechts het recht op staking enkel wil garanderen wanneer de vakbonden achteraf plat op hun buik gaan. Staken verwordt in sommige kringen een groepstherapie tegen frustraties op het werk, waarbij de groepsleden aan regeltjes van de groepsleider moeten voldoen.

Staking is echter geen therapie, noch een meningsuiting. Het is een sociaal-politiek strijdmiddel – en dient enkel daarvoor gebruikt te worden. Het stakingsrecht vindt haar oorsprong bovendien ook niet in het rechtssysteem, maar in de historische strijd van de arbeidersbeweging, tegen het bestaande rechtssysteem in. Het is dus verkregen door strijd, en het zal niet zomaar afgeschaft worden omdat één of andere ‘kordate’ minister dat zou willen.

Het ergerlijkste aan dit soort opiniestukken is echter dat er nooit wordt ingegaan op de diepere oorzaak van de acties. De syndicalisten die ik gisterennacht aan het pikket vergezelde leken mij alleszins niet zo “gepriviligieerd“. Wie gepriviligieerd is, kruipt om 4u ’s ochtends niet uit zijn bed om de kou te gaan verbijten aan een stakingspiket. De jobs, arbeidscondities en veiligheid van het spoorpersoneel staan op het spel bij een verdere liberalisering. Dit komt boven de problemen die vandaag al bestaan, zoals het chronisch personeelstekort; waardoor sommige treinbestuurders al jaren hun vakantie niet kunnen opnemen.

Net als bij de liberaliseringen van de postbedeling wordt Europa bij dit soort hervormingen gebruikt als “de wil van God”, waar toch niets tegen te doen valt. In de Politieke Wetenschappen heet dit “scale politics” van het neoliberalisme. De EU is een creatie van bovenstatelijke identiteiten door het patronaat. Hierdoor kan men haar ‘wil is wet’ onttrekken aan de nationale democratie; én dus van politieke verantwoording.

Behalve een kleine elite aandeelhouders, wordt immers niemand beter van deze Europese hervormingen. Ook in de andere landen van de EU wordt geprotesteerd tegen de opgelegde neoliberale politiek uit Brussel. Ook in de rest van Europa zorgt de liberalisering immers voor een race to the bottom op vlak van arbeidscondities, veiligheid en efficientie; een blauwdruk voor een spoorsysteem naar Brits model.

In plaats van dus het stakingsrecht in vraag te stellen en werknemers over Europa tegen elkaar uit te spelen, zouden we moeten werken aan een actieplan om de liberalisering tout court te stoppen, en dat kan alleen door de stakingsacties uit te breiden over de landen heen, door de acties in Belgie bijvoorbeeld aan te sluiten bij de acties van de bonden in Frankrijk.