Tuesday, January 4, 2011

De nota Vandelanotte: een analyse

Het had een geheime nota moeten zijn. Tot woensdag hebben de traditionele partijen tijd om zich uit te spreken over de compromistekst van Vandelanotte. Toch was na enkele uren reeds een versie van de tekst beschikbaar in de media. Het wijst alleszins op het feit dat het vertrouwen tussen de gesprekspartners onder het vriespunt zit en de instabiliteit van de politieke elite van dit land een nieuwe fase kent. Een korte opinie over enkele van de reeds bekende punten.




De tekst die Vandelanotte na een recordperiode van onderhandelingen voorstelt is een typisch "Belgisch compromis", en de punten die erin opgenomen zijn, zijn helemaal niet zo verrassend. In principe had deze tekst evengoed 2 weken na de verkiezingen kunnen af zijn, maar het heeft waarschijnlijk tot het negatieve ratingrapport van Standard en Poors' geduurd tot Voka haar communautaire scherpslijpers van de NVA wat aanporde om toch wat minder het gelijk van Maddens theorie te proberen bewijzen. Vraag is of de NVA en Dewever uiteindelijk hun meesters zullen volgen.

BHV en kieswetgeving

Het compromis bestaat uit typische evenwichten van de Belgische elite en haar politieke gesprekspartners die vandaag aan tafel zitten. De splitsing van BHV wordt ingewilligd zoals "de Vlamingen" vroegen. Veel verliezen de Franstalige gesprekspartners daar electoraal immers niet mee: het grootste deel van die Franstalige stemmen in de rand ging immers naar hun gezamenlijke vijand aan Franstalige zijde, de MR - met haar communautair aanhangsel, het FDF van Maingain. In ruil krijgen de Franstaligen in de rand ook stemrecht in Brussel zelf en wordt de omzendbrief Peeters afgezwakt. Wat enkele jaren geleden nog een onoverkomelijk probleem leek, wordt herleid tot wat het is: een spelletje tussen de traditionele partijen dat op 5 minuten opgelost kon zijn.

In het luik politieke hervormingen stelt Vandelanotte het oude voorstel voor om de Senaat af te schaffen, en het te hervormen tot een ontmoetingsplaats voor gemeenschappen en gewesten. Opvallender is het voorstel voor samenvallende regionale en federale verkiezingen. Daardoor lijkt het federale parlement een legislatuurparlement te worden, dat slechts om de 5 jaar verkozen wordt. Doel ervan is duidelijk: men wil fratsen als die van Alexander Decroo in de toekomst voorkomen. Die liet in het voorjaar de regering vroegtijdig vallen, waardoor hij het politieke establishment in een nog groter chaos stortte. De samenstelling van het parlement zal dan wel stabieler zijn - ze wordt in de toekomst immers slechts een maal om de 5 jaar electoraal gecontroleerd, en wordt zo nog minder democratisch - het hoeft daarom nog niet stabieler te zijn op politiek vlak. Bij een versnipperd politiek landschap kan verhoogde instabiliteit ontstaan die voor de elite niet oplosbaar is door vervroegde verkiezingen.

Bevoegdheidsoverdrachten

Werkgelegenheid wordt volledig geregionaliseerd. Dit was reeds grotendeels het geval. Wellicht betekent dat, in de lijn van het beleid van Vandenbroucke, er verder wordt gegaan met nog meer actief arbeidsmarktbeleid, gericht op de "flexibilisering" van de lonen. De Vlaamse werknemers weten meteen wat het doel daarvan is; werklozen schrappen, vakbondsmacht ondergraven en de arbeidsmarkt flexibiliseren naar het Duits model.

Een deel van de aspecten verbonden met de sociale zekerheid wordt geregionaliseerd, met name de gezinstoelages en een deel van de ziekenzorg. Het gaat om een beperkt budget. Maar het is een belangrijk precedent op vlak van de splitsing van de sociale zekerheid. De regionaliseringen van mobiliteit en justitie zijn op zich dan weer toegevingen aan de Vlamingen die weinig logische onderbouwing hebben. Op vlak van efficiëntie slaat het immers nergens op dat men aan beide zijden van de taalgrens andere snelheidslimieten zou hanteren of andere boetes zou heffen. Regionalisering van Justitie heeft vooral tot doel een nultolerantie-beleid ten aanzien van criminaliteit te vergemakkelijken. In Vlaanderen kunnen we ons verwachten aan een verdere criminalisering in plaats van bestrijding van armoede.

Financieringswet

De nota hertekent ook de financieringswet. Dit is het belangrijkste strijdpunt van de Vlaamse kleinburgerij achter VOKA. Ook hier is de hervorming in theorie groot, maar in de praktijk beperkt. 15 miljard van de personenbelasting wordt geregionaliseerd. Dit is bijna de helft van het totale budget van 35 miljard. Daarvan zou Vlaanderen 10 miljard zelf kunnen herverdelen. Dit stelt echter nog geen 50 procent van de middelen voor. Meer dan de helft komt nog steeds van Federale belastingen. Opvallend is dat de vennootschapsbelasting niet vernoemd wordt... Nochtans spande het departement financiën en dan vooral bedrijfsfiscaliteit de kroon wat wanbeleid betreft. Het hangt er natuurlijk vanaf wat men wanbeleid noemt. Achteraf bekeken is VOKA en consoorten wellicht best tevreden met het bedrijfsvriendelijke beleid van Reynders, en hoort dat ministerie minder "geresponsabiliseerd" te worden na de notionele intrestaftrek en de positieve resultaten voor KBC, Arcelor en Inbev.

Brussel daarentegen krijgt haar genoodzaakte herfinanciering niet. Voor Brussel wordt een compensatie voorzien voor de infrastructuur die het moet voorzien voor de pendelaars en de Europese ambtenaren van 370 miljoen Euro. Er wordt echter geen budget vrijgemaakt om de enorme sociale problemen van de hoofdstad aan te pakken, er wordt geen geld vrijgemaakt om extra werk te creëren voor de enorme aantallen jonge werklozen of om te investeren in de Brusselse gemeentes die langzamerhand meer beginnen lijken op Parijse banlieues. De hervorming die er vanuit sociaal oogpunt het dringendst nodig was, komt er niet.

NVA

Ideologisch is de nota van Vandelanotte geen spectaculaire overwinning voor de NVA. De kiezers die met de NVA drastische oplossingen hadden verwacht, zullen bedrogen uitkomen. Het is dan ook de vraag of ze zo'n lange onderhandelingen kunnen verantwoorden voor dit resultaat. Het belangrijkste feit dat Dewever wellicht bereikte, is de onstabiliteit van het Belgische politieke establishment aantonen. Zelf heeft hij daar zoveel mogelijk aan bij gedragen.

Qua alternatieven stelt er zich een probleem voor de NVA. Vertrekkend van hun ideologisch beginsel van subsidiariteit gaan zij uit van een verdamping van België. In deze crisistijden moet er efficiënter bestuurd en bespaard worden - en dat kan volgens hen beter op een ander niveau dan België - het is te zeggen op Europees of op Vlaams vlak. Er zijn echter betere momenten om met zo'n ideeën af te komen dan vandaag. Wie gelooft immers in de huidige economische en politieke crisissituatie dat de Europese unie beter gewapend is om problemen aan te pakken dan België? België mag dan volgens De Wever al de zieke man van Europa zijn, wat dan te zeggen over Europa als geheel? De eerste economische crisis lijkt de muntunie reeds op haar knieën te krijgen.

De vraagt blijft wat de NVA met deze nota zal doen. Het kan zich wellicht niet permitteren om de zwarte piet voor de mislukking van de onderhandelingen toegespeeld te krijgen. Die ongemakkelijke positie zal versterkt worden door het feit dat ook economisch Vlaanderen stilaan een federale regering wil om de besparingen van 21 miljard eindelijk in te zetten. Nochtans kunnen we van De Wever en co weinig enthousiasme over deze nota verwachten.

Maar ook na de vorming van een regering op basis van deze nota moeten we niet veel stabiliteit verwachten. De instabiliteit komt immers grotendeels voort door het onvermogen een consensus te vinden over de aankomende besparingen - hoe en over wie die verdeeld zullen worden. De vraag is dan of er genoeg eenheid in de elite kan gevonden worden om die hervormingen door te voeren, en dat zal afhangen van hoeveel verzet ertegen komt.

(PS, Merci aan Zoé voor de spellingscorrectie en Jon voor de geleende afbeelding)

No comments:

Post a Comment