Een
bedenking over Crombez’ belastingen op kapitaal
Staatssecretaris
van Fraudebestrijding, John Crombez, kwam gisteren met groot nieuws. Hij
voorspelde “andere tijden”, het bankgeheim zou aan diggelen liggen, het
kapitaal zou eindelijk zwaarder belast worden. “De te hoge belastingen op
inkomen uit arbeid zullen verschuiven naar meer lasten op inkomen uit vermogen.
Een zeer belangrijke stap naar een eerlijkere fiscaliteit en een efficiëntere
fiscale administratie,” aldus Crombez. Ik heb echter weinig illusies in de
poging van de SPa om te kapitaliseren op het stijgend ongenoegen onder de
bevolking over de graaicultuur in de financiële wereld. Zonder tanden zal het
kapitaal altijd weten ontsnappen. Én als alle financiële hervormingen en het
huidige politieke establishment iets gemeen hebben; dan is het een gebrek aan
politieke moed - of is het eerder wil, of ideologisch dogmatisme - ten opzichte
van de factor kapitaal.
Crombez
stelt in zijn interview dat via het wegvallen van het bankgeheim en toegenomen
toezicht inkomsten uit kapitaal in het buitenland, nu ook als inkomsten zullen gerekend
worden en dus belast zullen worden. Op die wijze zou de onrechtvaardige
verdeling van belastingen - waarbij arbeid zwaar belast wordt, en kapitaal
bijna niet - enigszins rechtgetrokken worden. Hier zijn echter verschillende
pijnpunten. We zullen het hier bijvoorbeeld niet eens hebben over het verschil
in hoogte tussen belastingtarieven, zelfs indien ze correct geïnd zouden
worden.
Het
belangrijkste punt is echter dat winst op kapitaal eigenlijk vaak geen inkomen
is. Een inkomstenbelasting op kapitaal kan immers enkel geheven worden op de
winstuitkering aan in België ingeschreven personen. Wanneer een Belg echter
bijvoorbeeld aandeelhouder is van een financiële vennootschap in het buitenland,
en deze vennootschap de winsten uit andere investering terug in de vennootschap
inbrengt, dan stijgt het vermogen van de persoon in kwestie, zonder dat deze
winst belast kan worden door de Belgische staat. De winstuitkeringen blijven dus
vaak binnen investeringsfondsen, beleggingsvehikels en vennootschappen,
waardoor ze ontsnappen aan een inkomstenbelasting.
Niet alleen vermijdt het kapitaal op deze wijze dat het belast wordt, het betekent ook een extra stimulans voor haar verdere accumulatie. Dit zorgt voor nog twee met elkaar verbonden effecten. Ten eerste zorgt de stimulering van accumulatie voor verdere eigendomsongelijkheid binnen de samenleving, met alle gevolgen van dien. Die structurele ongelijkheid in eigendomsrechten - in tegens telling tot de inkomensongelijkheid waar de sociaal-democratie graag op focust – zorgt vandaag voor enorme structurele problemen. De eurocrisis en de bankencrisis zijn daar een voorbeeld van, waarbij het telkens gaat over onhoudbare uitstaande leningen die in toenemende mate als niet-legitiem ervaren worden door de schuldenaars. Ten tweede leidt deze accumulatie van kapitaal in investeringsfondsen en vennootschappen , zeker in de context van een wereldwijde laagconjunctuur, tot een gebrek aan winstgevende productieve investeringen; de winstmarges in de reële economie zijn te laag; waardoor speculatie en het ontstaan van zeepbellen toeneemt. Weerom zijn de gevolgen van speculatie van de markten tijdens de eurocrisis, alsook de sub-primes mooie voorbeelden. Andere, meer recentere, zijn de financiële zeepbel rond Rio do Janeiro en de vastgoedspeculatie in China.
Niet alleen vermijdt het kapitaal op deze wijze dat het belast wordt, het betekent ook een extra stimulans voor haar verdere accumulatie. Dit zorgt voor nog twee met elkaar verbonden effecten. Ten eerste zorgt de stimulering van accumulatie voor verdere eigendomsongelijkheid binnen de samenleving, met alle gevolgen van dien. Die structurele ongelijkheid in eigendomsrechten - in tegens telling tot de inkomensongelijkheid waar de sociaal-democratie graag op focust – zorgt vandaag voor enorme structurele problemen. De eurocrisis en de bankencrisis zijn daar een voorbeeld van, waarbij het telkens gaat over onhoudbare uitstaande leningen die in toenemende mate als niet-legitiem ervaren worden door de schuldenaars. Ten tweede leidt deze accumulatie van kapitaal in investeringsfondsen en vennootschappen , zeker in de context van een wereldwijde laagconjunctuur, tot een gebrek aan winstgevende productieve investeringen; de winstmarges in de reële economie zijn te laag; waardoor speculatie en het ontstaan van zeepbellen toeneemt. Weerom zijn de gevolgen van speculatie van de markten tijdens de eurocrisis, alsook de sub-primes mooie voorbeelden. Andere, meer recentere, zijn de financiële zeepbel rond Rio do Janeiro en de vastgoedspeculatie in China.
Een
socialisering van deze non-productieve eigendommen, en ze omzetten in koopkracht
om de economie te stimuleren, en om sociaal noodzakelijke (publieke)
investeringen te verrichten; zou allicht een oplossing bieden voor de
hedendaagse structurele problemen. Met een opheffing van het bankgeheim, en de
inkomstenbelasting zullen we echter niet ver komen.
Sterker,
men kan zelfs een Mattheus-effect ontwaren binnen de maatregel; met andere
woorden dat rijken er meer van profiteren dan “armen”. Er kan immers verwacht worden dat deze
maatregel evenredig met de grote van het kapitaal in kwestie steeds minder impact
zal hebben. De echte “grote vissen” ontsnappen wellicht automatisch. De reden
hiervoor is heel simpel: een miljardair zal geen honderden miljoenen winst voor
zichzelf uitkeren; aangezien hij dat persoonlijk toch niet kan op consumeren.
Logischerwijs zal hij die winst gewoon laten zitten waar hij vandaan komt, zal
hij het dus verder “investeren”; “armere kapitaalkrachtigen” zullen wellicht
meer geneigd zijn een relatief groter deel van hun kapitaal af te halen om te investeren
in een huis of in consumptie.
Op die
manier zullen zij die het minste bezitten het meeste bijdragen.; ironisch
genoeg zijn dat de kleine vissen (zelfstandigen en zwartwerkers), die hun
‘kapitaal’, zij het op fraudeleuze wijze, nog min of meer uit eigen arbeid,
gehaald hebben. Indien Crombez beweert
dat hij via dergelijk aanpak een fundamentele verandering ziet, dan maakt hij
zichzelf, en vooral de bevolking blaasjes wijs. Niet alleen zal de opbrengst van
de maatregelen waarschijnlijk beperkter zijn dan gedacht, de doelgroep wordt
volledig gemist.
De opheffing van het bankgeheim, zal net als de maatregelen om bonussen
en managerslonen in te dijken weinig zoden aan de dijk brengen. Het echte
grootkapitaal en haar noodzaak te accumuleren, de structurele kracht achter de
kapitalistische economie blijft buiten schot. Op die manier gaat ook het proces van (financiële)
kapitaalsaccumulatie verder, met als resultaat een doodzieke wereldeconomie op
steroiden… en brengen deze “nieuwe tijden” uiteindelijk weinig nieuws onder de
zon. Het resultaat is dat de zeepbellen zullen blijven groeien, de
tegenstellingen zullen blijven toenemen; al is het nu op een laag van sociaal-gecorrigeerde
gebakken lucht.
No comments:
Post a Comment