In het hele debat
over de besparingsmaatregelen van de regering en het al dan niet
bestaan van alternatieven lijken de begrippen “schuld” en
“toekomstige generaties” een cruciale rol te spelen in het
legitimeren van het beleid en het delegitimeren van het protest.
Allerhande anonieme en minder anonieme
De staking
treft de regering niet, maar de bedrijven.
De staking treft
de bedrijven die vandaag het regeringsbeleid aansturen. Bart De Wever
heeft meermaals herhaald dat Voka zijn “baas” was. Het
regeringsbeleid is erop gericht de economische en sociale kost van de
crisis door te schuiven aan werkenden, werklozen, zieken, jongeren en
gepensioneerden... Terwijl diegenen die aan de oorzaak van de crisis
lagen – zij die het politiek-economische beleid de laatste 20 jaar
aanstuurden – zijnde de banken, kapitaalsfondsen en multinationals,
volledig buiten schot blijven. Zolang die bedrijven de regering blijven steunen is er dus geen sprake van "collateral damage".
De staking treft
de invloedrijke bedrijven - die de politiek sturen - trouwens merkelijk harder dan de KMO's; al
was het maar doordat deze bedrijven groter zijn, en dus een sterkere
vakbondsvertegenwoordiging hebben. De meeste zelfstandigen
ondervinden veel minder hinder... Zij hebben trouwens alle belang bij
de strijd van de vakbonden omdat deze de koopkracht van hun klanten
verdedigen; zoals overigens bleek uit een aantal stemmen van kleine
zelfstandigen in de media, en ook de solidariteitssluitingen van
kleine zelfstandigen in Wallonie in solidariteit met de staking
maandag.
De staking
schaadt de economie en dus mijn portemonnee.
Een staking houdt
inderdaad economische schade in; die “schade” is het
drukkingsmiddel van de actie. Maar die “schade” moet steeds
afgewogen worden: het gevoerde beleid veroorzaakt immers veel meer
schade dan de staking – kijk maar naar de analyses van
toonaangevende economen als Heylen, De Grauwe, Schoors en Krugman, en
zelfs de Oeso – enkel en alleen als op economisch vlak; en dan heb
ik het nog niet eens over sociale schade.
In het verleden lagen de stakingen aan de basis van loonsverhogingen, stemrecht en de sociale welvaartstaat, etc... Op korte termijn zorgden die telkens voor “economische schade” op lange termijn waren ze een noodzakelijk kwaad voor economische en sociale ontwikkeling.
In het verleden lagen de stakingen aan de basis van loonsverhogingen, stemrecht en de sociale welvaartstaat, etc... Op korte termijn zorgden die telkens voor “economische schade” op lange termijn waren ze een noodzakelijk kwaad voor economische en sociale ontwikkeling.
Respect voor
het recht op werken – Onderhandelingen in plaats van Staking
Ten eerste zijn alle stakers zelf werkenden; anders zouden ze niet
kunnen staken. Ten tweede is het stakingsrecht, inclusief piketten,
internationaal een afdwingbaar burgerlijk recht, werken is geen
afdwingbaar recht – anders zou elke werkloze overigens de staat en
Voka een proces kunnen aandoen in geval van werkloosheid, en dus in
de hierarchie der rechtsnormen ondergeschikt aan het stakingsrecht. –
Iets wat overigens telkenmale bevestigd werd in rechtszaken.
Dergelijke hierarchie is trouwens niet meer dan logisch aangezien
stakers in principe opkomen voor de rechten van zij die werken, voor
loon en menselijke arbeids en leefcondities... Het voorgaan van
staken op werken is een essentieel deel van het principe van
collectieve onderhandelingen en daarmee de basis van het Europees
loonvormings- en welvaartsmodel sinds het begin van de 20e
eeuw... Daarom ook dat het recht op werk volgens de Belgische
grondwet onlosmakelijk verbonden is met het stakingsrecht.
De staking en andere actiemiddelen zijn de brandstof van
onderhandelingen. Zonder actie of dreiging tot actie bestaat er geen
machtsrelatie waarop een compromis kan gebouwd worden; dat is de
essentie van elke vorm van onderhandeling waarin dingen tegen elkaar
afgewogen kunnen worden. Een onderhandeling zonder actie is totaal
zinloos – Dat het niet tot onderhandelen komt heeft te maken met
het feit dat de regering en werkgevers er niet open staan voor
toegevingen; ondanks dat het draagvlak voor alternatieven serieus
gegroeid is en de regering slechts door 20 procent van de bevolking
gesteund wordt.
De staking
schuift de factuur door naar onze kinderen!
Dit argument is gebaseerd op het idee dat we vandaag een hoge
staatsschuld hebben en dat we die niet mogen doorschuiven naar onze
kinderen – de staatschuld zou een erfenis zijn die “we”
doorgeven aan “de volgende generaties”. Maar dit is grotendeels
een ilusie; schuld is een eigendomsrelatie tussen schuldenaars en
schuldeisers in de tegenwoordige tijd – het is dus niet meer dan
een sociale constructie, een afgesproken norm, een fictioneel
gegeven. Er bestaat hier dus geen “we” naar de toekomst toe –
laat nos als jeugd of onze kinderen er dus buiten... Het gaat om een
schuld uit het verleden die “wij” inderdaad moeten oplossen.
Maar wat is haar “oorsprong” en wat zijn de “oplossingen”?
Een eerste oorsprong van die staatsschuld ligt bij opgebouwde
onevenwichten in de begroting tijdens de afgelopen decennia;
regeringen gaven met andere woorden meer uit dan er binnen kwam... De
courante lezing daarvan is steeds dat de oorsprong daarvan dus lag in
het “teveel aan uitgaven”. Vorige “generaties” zouden met
andere woorden “boven hun stand geleefd hebben”. Opnieuw is dit
een ilusie; alle economische waarde die geconsumeerd wordt tijdens
een generatie moet immers ofwel reeds bestaan, ofwel terzelfdertijd
geproduceerd worden... Een generatie kan – behalve dan misschien in
het geval van natuurlijke rijkdommen – geen te creeeren waarde uit
de toekomst consumeren.
Een correctere analyse bestaat erin dat de oorsprong ligt bij een tekort aan inkomsten... of liever bij de onbeslistheid over de verdeling van de inkomsten – Men kon met andere woorden niet tot de consensus komen wie de lasten ging betalen, en men leent dus geld bij zij die het bezitten– in plaats van hen te belasten! – met de belofte het met rente terug te betalen. Het sociale compromis werd dus letterlijk veranderd in een toekomst-gerichte fictie. Dit kadert volledig binnen het onevenwicht tussen de lasten op arbeid en die op kapitaal – en met name een tekort aan lasten op de rijksten – diesinds de jaren '80 werd opgebouwd. Het is dan ook geen toeval dat de sociaal-economische ongelijkheid vandaag op het hoogste peil staat in meer dan 80 jaar.
Een correctere analyse bestaat erin dat de oorsprong ligt bij een tekort aan inkomsten... of liever bij de onbeslistheid over de verdeling van de inkomsten – Men kon met andere woorden niet tot de consensus komen wie de lasten ging betalen, en men leent dus geld bij zij die het bezitten– in plaats van hen te belasten! – met de belofte het met rente terug te betalen. Het sociale compromis werd dus letterlijk veranderd in een toekomst-gerichte fictie. Dit kadert volledig binnen het onevenwicht tussen de lasten op arbeid en die op kapitaal – en met name een tekort aan lasten op de rijksten – diesinds de jaren '80 werd opgebouwd. Het is dan ook geen toeval dat de sociaal-economische ongelijkheid vandaag op het hoogste peil staat in meer dan 80 jaar.
Een tweede oorzaak van de staatsschuld – die echter sterk verbonden
is met de vorige – ligt bij monetaire politiek. Terwijl een
inflatoire politiek, monetaire financiering en de controle over de
geldhoeveelheid het normaliter mogelijk maken de staatsschuld te
“managen” – onder de groei van het BBP te houden – is dat
door het Europeese monetaristische beleid onmogelijk gemaakt. Een
beleid dat tot doel had de monetaire waarde van financiele
investeringen te beschermen heeft de publieke schuld verdubbeld in
percentages van het BNP. Daarenboven komt nog eens dat de recente
verhoging van de staatsschuld het rechtstreekse gevolg van de
financiele crisis; zowel als gevolg van de bail-outs van de banken
als als gevolg van de effecten van de recessie op terugvallende
inkomsten en oplopende uitgaven aan “automatische stabilisatoren”
– in eerste plaats werkloosheidsuitkeringen als gevolg van
toegenomen werkloosheid.
Hoe lossen we dit probleem dan op? De regering stelt haar priotriteit
bij de “verlaging van de staatsschuld” en aflossing van de
schuld. Opnieuw twee opmerkingen: Een eerste is puur
technisch-economisch; niet alleen duidden de meerderheid van de
bovenvermeldde nationale en internationale toonaangevende economen er
reeds op dat een besparingsbeleid in laagconjunctuur recessieve
effecten heeft – óók het IMF meldde dat haar calculaties van de
overheidsmultiplicatoren fout waren: in recessieperiodes hebben
besparingen een groter negatief effect dan een positief. Besparingen
beschadigen de koopkracht en het consumentenvertrouwen, treffen de
armsten die net het grootste deel van hun budget consumeren;
bovendien is het net de taak van de overheid de economie te
ondersteunen in recessies. Oa Krugman toonde aan dat de staatsschuld
steeg door de besparingen – én dat Belgie door de periodes van
uitblijvende regeringen en besparingsoperaties nagenoeg de beste
economische resultaten van de hele Europese unie kon voorleggen
ondanks haar hoge staatsschuld.
Een tweede opmerking is ethisch-politiek; de voortzetting of zelfs
versnelde afbetaling van de staatsschuld is nogmaals een transfer van
de gemeenschap naar “rijk”; diegenen die kapitaal hadden om te
investeren in publieke schuld. Is zulke transfer, zeker in de context
van ongelijkheden en crisis legitiem?
Na vijf jaar van neoliberale recepten in Zuid-Europa begint eindelijk
een consensus te groeien dat het probleem anders moet worden
aangepakt. De staatsschuld is onhoudbaar en het is immoreel om de
zwaksten in de samenleving, noch de middenklasse aan te pakken om
geparkeerd geld van investeerders terug te betalen.
Oppositie-bewegingen die schuldkwijtschelding, audits en
heronderhandeling op de agenda plaatsen – zoals Syriza en Podemos –
hebben niet alleen de electorale wind in de zeilen. Zelfs de
Financial Times stelde vorige week in een artikel dat radicaal links
in Zuid-Europa als enige correcte economische oplossingen naar voor
schoof. Waarom ook in België hierover nadenken en de
financieel-economische huishouding fundamenteel reorganiseren en de
rekening van de crisis presenteren aan het financieel systeem dat
ervoor verantwoordelijk was? Is het de staatsschuld die onhoudbaar
is; of zijn het de fictionele financiele investeringen? Beide zijn
een zijde van éénzelfde medaille; het perspectief van zijde
veranderen opent heel wat alternatieven...
Waar ik heb proberen aantonen dat het doorschuiven via de schuld
fictie is, zijn er echter wel “reele zaken” die we “doorschuiven”
naar de toekomst. Dergelijke zaken zijn onderwijs, infrastructuur,
gezondheid... die vormen het sociale/publieke kapitaal waar de
toekomstige generaties hun toekomst en economie op zullen moeten
bouwen. Laat dat net die sectoren zijn waar deze regering op
bespaart. Daarmee hypothekeert ze de toekomst in reele termen! Dat is
een reele “schuld” die doorgeschoven wordt, én dat is wat mij
betreft crimineel!
Deze regering heeft dus niet “de ballen” om “eindelijk” te
doen “wat moet gedaan worden”; deze regering is het uitvoerend
comité van een kleine minderheid die in hun belang en zonder het
minste economisch inzicht de hele economie en de toekomst van onze
generaties en de volgende volledig ondergraaft.
Nog een laatste noot; ik geloof ook niet dat Bart De Wever het hem te
doen is over het economisch en sociaal welzijn van het land – zijn
positie is dus te begrijpen. Bart De Wever heeft als doel het einde
van België, en probeert het sociale conflict to polariseren omdat
hij gokt op een regionalisatie van het conflict. Hij denkt met andere
woorden het verzet tegen de regeringsplannen uit te buiten omdat hij
ervan uit ging dat er in Vlaanderen minder protest ging zijn dan in
Wallonie, en dus zijn these over “twee democratieen” en de
“onbestuurbaarheid van Belgie” bewezen zou zijn... een herhaling
van het scenario van de staking van '60-'61 met andere woorden. Maar
tot nu toe heeft hij echter verkeerd gegokt; het protest is in
Vlaanderen misschien zelfs sterker dan in Wallonië... De vraag is
hoe ver De Wever bereid is het economisch conflict ten spits te
drijven voor zijn eigen agenda, én in hoeverre OpenVLD en CD&V
bereid zijn in zijn strategie mee te gaan – óf de regering valt...
No comments:
Post a Comment