Portugal was het eerste land dat de Algemene staking uitriep
voor 14 oktober. Ze was gericht tegen de besparingen in de begroting voor 2013.
De staking vond weerklank in andere landen, en algemene stakingen en lokale
stakingen volgden in Griekenland, Spanje, Italië, Polen, Tsechie, Roemenie, Malta,
Cyprus, Frankrijk en België, daarnaast vonden ook nog eens protestacties plaats
in heel wat andere landen. In portugal was de algemene staking de grootste
ooit, maar eindigde de betoging in Lissabon in rellen… een verslag.
Algemene staking werd opgeroepen door de CGTP. UGT-Voorzitter
Joao Proença weigerde de staking te ondersteunen omdat hij de CGTP van sektarisme
beschuldigde. Verschillende centrales van de UGT voegden zich echter bij de
oproep van de CGTP, wat tot de belachelijke situatie leidde dat Proença zelf
mee-staakte omdat de vakbond waarvan hij lid was de oproep ondersteunde, maar
hij zelf opriep om niet te staken.
De algemene staking, werd erg goed opgevolgd. 85 procent van
de locale administraties staakten. De stakingsgraad in het onderwijs bedroeg 80
procent en in de gezondheissector 90 procent. In Lissabon lag de metro stil,
lag het spoor blat en bleven de ferry’s over de Taag allemaal aan wal. Op de piketten van de vuilnis-ophaling in Lissabon
daagden slechts 2 chauffeurs van de 121 op, en aan het bus-depot van Cabo Ruivo
werden behalve 6 bussen voor minimum dienst alle andere, weinige, werkwilligen
door 2 piketten overtuigd om de staking te steunen of tegengehouden. De
werknemers van DHL beslisten op eigen basis,én voor het eerst, aan de start van
hun dienst, zich aan te sluiten bij de staking. bij en
zich allen aan te sluiten bij de vakbond van de Post.
De betogingen die volgden na het ontbinden van de piketten
waren erg succesvol. De CGTP had in tegenstelling tot vorige jaren opgeroepen
tot betogingen. Ondanks de moeilijkheden voor manifestanten om ter plaatse te
geraken door de algemene staking, waren de betogingen groter dan bij vorige algemene
stakingen, met 15.000 betogers in Lissabon. In de hoofdstad voegden 3
betogingen zich bij elkaar; een betoging van “studenten tegen besparingen” en “Que
se lixe a Troika”, een heel strijdbare van de dokwerkers en de “beweging van
werklozen” (MSE), en de hoofbetoging van de CGTP; om daarna richting het
Parlement te trekken. De 15.000 man verzamelde zich aan het parlement voor de
toespraak van Armenio Carlos, secretaris generaal van de CGTP, die een
besparingsstop en de val van de regering eiste, en het geslaagde karakter van
de staking benadrukte. Hij bedankte en feliciteerde de onafhankelijke sociale bewegingen
met hun mobilisaties voor de algemene staking en hun aanwezigheid aan de
pikketten, en benadrukte ook de noodzaak aan verder samenwerking in de
toekomst; een duidelijke stap weg van de traditionele sectaire verdeeldheid!
Niettemin werd de avond ontsiert door zware rellen. Het
vaccuum dat ontstond toen de officiele vakbondsstructuren Sao Bento verlieten werd
ingenomen door een kleine minderheid van zo’n 50 relschoppers die gedurende lange
tijd de confrontatie met de politie zochten, ze met losgerukte kasseien, glazen
flessen en pettards bekogelend. Deze groep was echter een duidelijke minderheid
en duidelijk indentificeerdbaar. Na twee uur chargeerde de politie vanop de
trappen van het parlement op de menigte, en gewapend met wapenstokken en honden,
sloegen ze iedereen neer die ze te pakken konden krijgen. Pacifistische betogers,
vakbondsleden die in meerderheid ter plaatse gebleven waren zonder hun leiding…
maar vooral ook vrouwen, kinderen,
invallieden, en bejaarden… Iedereen werd door de opgefokte agenten tot bloedenstoe
geslagen terwijl de menigte in paniek wegvluchtte, maar door de smalle straten rond
het plein opgehouden werd. Groepjes betogers trachten enkele honderden meters
verder verloren kameraden, familieleden en vrienden terug te vinden; maar
bleven achtervolgd en uiteengedreven worden in de richting van de rivier, zich
verschuilend in huizen, supermarkten en cafés voor de zee van politie, terwijl
de kleine groep gewelddadige manifestanten zich eveneens door de straten
verspreiden vuilniscontainer in brand stak. Hierna werd de hele buurt afgezet
door oproerpolitie.
Resultaat was dat volgens de politie er 47 gevonden vielen.
Die cijfers zijn echter veel te laag, aangezien de meest mensen immers geen
aangifte deden van verwondingen, onder wie de auteur van deze tekst.
Daarenboven werden ook nog eens meer dan 100 mensen opgepakt. De meesten werden
na middernacht vrij gelaten, na het verplichte ondertekenen van blanco formuleren.
De gearresteerden werden vaak psychologisch en bijna fysiek gefolterd; zo
werden heel wat arrestanten verplicht zich in hun cel te ontkleden, werden ze
verplicht te pompen (push-ups), en werden sommigen verhoord in verlaten,
onofficiele, politiegebouwen. Uiteindelijk bleven nog 7 mensen minstens een dag
aangehouden.
In de media verdween alle aandacht voor de staking zelf en
werd bijna enkel aandacht gegeven aan de rellen. Hiermee probeert men de
staking en vooral ook de sociale bewegingen te criminaliseren, en gebruikt men
het geweld van een minderheid om de aandacht af te leiden van de meest
geslaagde algemene staking uit de Portugese geschiedenis sinds de revolutie.
Het is duidelijk dat de schuld voor het geweld in eerste
plaats bij de regering en de Troika ligt; zonder de aanhoudende besparingen en
hun sociale oorlogsvoering tegen de bevolking zou er geen basis zijn voor dit avonturistisch
geweld dat geen enkel positief resultaat oplevert. Toch heeft ook de
linkerzijde boter op het hoofd. Aan de ene kant was het een fout van de leiding
van de CGTP om de betoging voor het parlement te verlaten, en hun leden en
onafhankelijke zonder structuren achter te laten die hen eventueel konden
bijstaan tegen criminalisering en politiegeweld, alsook een rem zouden vormen
voor de geradicaliseerde stenen gooiende jongeren.
Maar ook de volledige politieke en syndicale linkerzijde
heeft boter op het hoofd. Het is hun gebrek aan het formuleren van
geloofwaardige politieke alternatieven en geloofwaardige actieplannen voor de
strijd verder te zetten, die mensen tot wanhoop drijft. Het individuele
perspectiefloze geweld kan immers enkel ingang vinden omdat mensen niet meer in
de voorgestelde methodes geloven. In die zin is de redeneerwijze van die
relschoppers dezelfde als van de stakingsbrekers: “Deze algemene staking op
zich haalt toch niets uit”, en dus leggen ze zich toe op anti-sociaal gedrag.
Het is de taak van de linkerzijde om geloofwaardige alternatieven en
perspectieven aan te bieden voor de crisis en de politieke situatie, opdat de
aanwezige woede onder grote delen van de bevolking gekanaliseerd kan worden
naar een beweging die de Troika kan stoppen en een echt alternatief vormt. Daar
faalt de Portugese linkerzijde: voor de parlementaire linkerzijde is socialisme
enkel een abstract woord uit de programma’s maar wordt ze niet gekoppeld aan de
praktische eisen die vandaag nodig zijn. Hetzelfde geldt overigens voor de
nieuwe radicaal-linkse partij MAS, die zich vaak radicaal en populistisch
opstelt, maar socialisme nauwelijks vermeldt in hun politiek materiaal; laat
staan dat ze een goed overgangsprogramma opstellen. De CGTP kwam dan weer niet
verder dan aan het einde van de algemene staking slechts een “concentratie” op
29 november aan te kondigen als volgende stap in de strijd.
Er is daarentegen nood aan politisering van het verzet en er
is de objectieve nood van socialisme als antwoord op de toenemende barbarij van
de sociale aanvallen van de Troika en de regering enerzijds en het blinde perspectiefloze
geweld van een minderheid daartegen anderzijds. De sindicale linkerzijde dient
een strijdplan uit te werken op middellange termijn met verschillende algemene
stakingen, 48 stakingen, roterende stakingen en dergelijke tot de terugtrekking
van de besparingsmaatregelen en de val van de regering. Op politiek vlak is er
nood aan eenheid van de linkerzijde voor de voorbereiding van een arbeidersregering,
steunend op een basis van een socialistisch programma die de stopzetting van de
betaling van de schuld eist, de nationalisering van de financiele sector en de belangrijkste
sectoren van de economie en de bevolking democratisch organiseert.